,,Wat zijn ze lekker en wat is het mooi dat je ze vers geplukt uit de boomgaard in een mandje aangereikt krijgt”, zegt een klant die zojuist met een mandje kersen vertrekt. Iedere dag komen nog steeds drommen mensen uit de verre regio, maar vooral vanuit Hoevelaken, naar kersenman Jan Kok uit Hoevelaken die op de Hogeweg 233 zijn Kersenkwekerij Bloeidaal heeft. 

,,De oogst is door het koude voorjaar wat later op gang gekomen, vorig jaar hadden we wat gunstiger weer voor de kersen. Maar voor de smaak maakt dit niet uit, we hebben verschillende kersenrassen die achter elkaar geplukt kunnen worden”, aldus een enthousiaste Jan Kok.

OVERKAPPING Aan de buitenkant begint het er bij Kersenkwekerij Bloeidaal ook steeds ‘kersvriendelijker’ uit te zien. In vergelijking tot voorgaande jaren vindt de verkoop en selectie nu plaats in twee grote verkoopcontainers en zijn er ook een aantal stoelen en tafels neergezet, waar veel gebruik van wordt gemaakt door klanten. Ook springt de nieuwe overkapping in het oog, maar het heeft nog aardig wat voeten in de aarde gehad voordat dit uiteindelijk stand hield. Jan Kok: ,,Door de heftige regen- en windvlagen in het voorjaar liet de overkapping weer los, waardoor er herstelwerkzaamheden uitgevoerd moesten worden. Maar gelukkig is alles nu in orde.”

VERSCHILLENDE RASSEN ,,Het fruit telen zit een beetje in de familie. De vader van mijn moeder pachtte vroeger een kersenboomgaard voor drie maanden. Dat waren nog de hoogstam bomen, met lange ladders om ze te plukken. Mijn moeder kwam uit Jutphaas, dat is een gebied waar toen, maar ook nu nog, vrij veel kersen geteeld worden. De vogels werden toen met ratels en blikken bussen verjaagd. De broer van mijn moeder woonde in Steenbergen, die deed veel in pruimen.”

Kok heeft nu vijf rassen in gebruik, dat zijn de Burlat, de Merchant, de Kordia, de Karina en de Regina. ,,Als het goed is dan kan ik ze achter elkaar oogsten, dan lopen de oogsten in elkaar over. Er kunnen iedere dag weer verse kersen gehaald worden, alleen niet op zondag.”

DROOM Het was altijd een droom van kersenman Jan Kok om dit te op te zetten. ,,Ik ben in 2010 uit het niets begonnen op de boerderij van mijn ouders met behulp van een teeltvoorlichter. Vroeger liepen er hier altijd schapen op het weiland, het perceel is toen opgehoogd met agrarische grond van de overkant, waar ze bedrijven gingen bouwen. Maar liefst 1500 kuub grond is toen hier heen gegaan, kersen houden van droge voeten. Ik heb vervolgens bomen besteld bij een boomkweker in Limburg, ze zijn met een onderstam gekweekt, zodat ze laag blijven.”

Het begin was lastig, het eerste jaar gingen de eerste 370 bomen die Kok had geplant dood, vooral omdat de grond te schraal was. ,,Het volgende jaar nieuwe bomen besteld met extra mest voor betere structuur van de grond, ook drainageslangen aangelegd om overtollig water af te voeren. Verder een druppelslang langs de boom heen, zodat we ze bij droogte water kunnen geven. Na het eerste jaar ging het steeds wat beter. De grond wordt naarmate er meer en langer op geteeld wordt ook beter.”

VOORPLUKKER Kersen plukken is een zwaar beroep, vervolgt de Hoevelaker. ,,Vroeger stonden de plukkers elke dag gedurende zes weken, van 6 uur ’s morgens tot het donker werd, op hoge ladders te plukken. De ladders moesten in een knik tegen de boom aanstaan, zodat je in de boom terechtkwam als je viel. Stond de ladder niet in een knik en je viel, dan… Laten we daar maar niet op ingaan.”

Het grote voorbeeld voor de plukkers was de vakman. De vakman was de voorplukker en had vaak als eerste zijn mand vol. Als zijn mand vol was, riep hij: ‘Onder!’ Alle plukkers kwamen dan van hun ladder af en hadden hun mand dan vaak pas half vol. De laatste dag was een waar feest. Er werd goed gedronken en veel nieuwe haring gegeten. De klus was weer geklaard. Op het Marktplein in Lienden (Betuwe) vind je het standbeeld ‘de kersenplukkers’ ter ere van deze heldhaftige plukkers.”

Bron en Foto Gerrit Steen