We nemen u mee in de geschiedenis van Zeger en Riete van de Kolk, die aan de Nieuwe Kerkstraat 91 in Nijkerkerveen hun huis en dokterspraktijk bouwden. Hester, de dochter van Zeger en Riete vertelt hun verhaal.

Het huisartsentekort speelde vroeger ook al. Nijkerkerveen had geen eigen huisarts: de zorg voor de inwoners van het dorp werd gedaan door huisartsen vanuit Nijkerk. dokter van de Kolk werkte als waarnemer voor dokter Jacobse en dokter van Wijngaarden in Nijkerk, tot het jaar 1966 kwam en dokter Jacobse besloot om met pensioen te gaan. ,,Mijn ouders waren ongeveer 40 jaar oud toen ze in Nijkerkerveen kwamen. Mijn vader kreeg de mogelijkheid zich af te splitsen en als zelfstandig huisarts zich in Nijkerkerveen te vestigen. Een grote beslissing maar omdat mijn moeder ook apothekers-en doktersassistente was en zij ook 100 procent zou gaan meedraaien durfden ze samen de stap te maken. Ze besloten om tijdelijk op de bovenetage van het Groene Kruisgebouw te gaan wonen, op de Nieuwe Kerkstraat 85.” Toen waren er namelijk al plannen om een eigen praktijkhuis te laten bouwen. In die jaren was Nijkerkerveen namelijk nog een en al weiland en er stond een klein boerderijtje op een perceel iets verder van het Groene Kruisgebouw. ,,In 1969 zijn ze begonnen met de bouw en eind 1970 was het huis klaar. Mijn broer Wieger is in het Groene Kruisgebouw geboren en ik in het nieuwe huis.”

Een overzicht van de bouw van het huis.

Het boerderijtje van de familie van Leuveren waar het huis naast kwam te staan (1969)

Een kraan wordt in gereedheid gebracht voor de benzinepomp van de familie Guliker (1969)

Het huis werd vakkundig gebouwd door de firma Woudenberg uit de Domstraat (1969)

Het perceel in 1972

De naambordjes die bij de voordeur hebben gehangen. (1970)

Het perceel in 1983

De praktijk zat aan het huis vast. Bij de garage zat de ingang naar de praktijk en daaraan grenzend was de spreekkamer. ,,Als de praktijk dicht was, kwamen de mensen gewoon aan de voordeur. Mijn ouders hadden speciaal een intercom geïnstalleerd op de bovenverdieping en naast hun bed omdat ze zeker in die tijd 24 uur per dag bereikbaar waren.”

Bevallingen
In eerste instantie draaide dokter van de Kolk nooit mee in de avond- en weekenddiensten, maar in die tijd deed de huisarts nog de bevallingen. In een medisch logboek werden alle bevallingen genoteerd tot aan het computertijdperk. ,,Tot die tijd was mijn moeder mijn vaders computer.”  dokter van de Kolk vond het begeleiden van bevallingen mooi werk. ,,Hij vond het altijd erg leuk om een bevalling te begeleiden en nam daar alle tijd voor. Als hij dan ‘s avonds of ‘s ochtends heel vroeg op pad ging, reed hij in alle rust door de weilanden. Hij genoot van die momenten. In zijn bevallingenboek heeft hij net niet de duizend bevallingen gehaald. Doordat hij zelf ook bevallingen deed, konden we als gezin soms maar beperkt op familiebezoek als er een vrouw uitgerekend was in het dorp.” Midden in de nacht stond er een keer een man voor de deur. ,,Mijn vader zei later dat hij tot aan zijn middel nat was. De man zei: ‘het water is gebroken’ en mijn vader snapte het niet direct, omdat hij al vermoedde dat de man door de weilanden en sloten aan was komen rennen omdat hij geen telefoon had, Maar zijn vrouw bleek aan het bevallen te zijn.”

In het kruisgebouw werd het baby-en kleuterbureau door de dorpsdokter gehouden. Omdat hij zelf veel bevallingen deed was dat ook praktisch. Helaas was hij op een gegeven moment, door de snel groeiende praktijk, genoodzaakt om met het babybureau te stoppen. Met het kleuterbureau is hij wel doorgegaan.

Een baby die door dokter van de Kolk gecontroleerd werd. (1970)

Een terugkerend fenomeen waren de sportkeuringen voor de Veensche Boys, deze diensten werden in de avond afgenomen. ,,Ze deden dat er in de avond gewoon even bij. Dat waren altijd hele lange avonden. Het voordeel was dat de praktijk aan huis zat. Onze ouders waren wel altijd aan het werk, maar je was er als kind onderdeel van. Ze konden de hele dag binnen lopen, dronken koffie in de eetkamer. En tussen de middag kwamen ze eten. Er waren momenten dat het werk druk was, maar dat had je als kind niet in de gaten. Terugkijkend denk ik dat het voor hen  een enorme hectiek moet zijn geweest om gezin en werk te combineren.”

Het was een grote drukke praktijk, waar naast Veenders ook patiënten uit Hoevelaken, Zwartebroek en Terschuur zaten. ,,Mijn vader was een echte dorpsdokter. Daar was het het dorp ook echt naar. Het dorp heeft hem en mijn moeder op handen gedragen. Hij was de enige huisarts in het dorp. Een paar huizen naast de dokterspost stond de grote grote Kerk en ertegenover de pastorie. Die staan er nog steeds. Die gebouwen zijn de kopstukken in het dorp. Nijkerkerveen was een klein dorp en de praktijk leek soms net een dorpshuis. Om 7 uur ‘s ochtends gingen de deuren open van de praktijk en konden mensen alvast plaatsnemen in de wachtkamer. Tegen 8.00 uur zat de wachtruimte stampvol. Maar er kwamen ook mensen zitten die een praatje aanknoopten met de wachtenden, en dan gingen ze weer.” Vroeger hield de huisarts een inloopspreekuur en maar een keer in de week een afsprakenspreekuur. Alleen op donderdagochtend konden de inwoners van Nijkerkerveen voor het afsprakenspreekuur komen.

,,Mijn ouders konden nooit inschatten hoe druk het werd. In het begin was de praktijk ook nog apotheekhoudend. Al vrij snel hadden ze een goede samenwerking met de apotheek in Nijkerk. Voor in het halletje van de praktijk stond een draadmandje waar alle medicijndoosjes met herhaalrecepten ingegooid werden Mijn moeder moest dan tussen alle andere praktijktaken door de  stickers eraf halen en deze op de herhaalrecepten verwerken. In de vakantie mochten mijn broer en ik dit doen. Tegen 11.00 uur ‘s ochtends werden de (herhaal) recepten opgehaald door meneer Bijvank op zijn brommertje, dus het was altijd een race tegen de klok, zeker als het spreekuur vol zat. En aan het einde van de middag kwam meneer Bijvank weer terug op zijn brommertje naar het groene kruisgebouw  met de medicijnen  en werden ze uitgedeeld  aan de patiënten.” Dat was meteen ook het meest hectische moment voor het gezin Van de Kolk. ,,Mensen kwamen altijd tegen 17.00 uur hun medicatie halen en dan was mijn moeder al aan het koken. Als er dan iets niet goed was gegaan of patiënten hadden vragen over hun medicatie, dan kwamen ze massaal aan de deur.”

Mevrouw van de Kolk bekijkt de rondtocht van de scholen tijdens Koninginnedag in 1973.

De achterzijde van het perceel in 1996

De praktijk werd dan ook echt samen door dokter van de Kolk en zijn vrouw gedraaid. ,,Mijn vader werd weleens tijdens het spreekuur weggeroepen voor een bevalling en als hij dan thuis kwam, was de hele wachtkamer leeg. Mijn moeder had in de tussentijd dan allang alle patiënten gezien. Ze keek naar de omstandigheden en daar las ze al de helft van de klachten aan af. Hij maakte er grapjes over, dat het hem frustreerde dat hij jarenlang voor het doktersvak had gestudeerd en mijn moeder alles even regelde. Maar ik denk dat veel van de klachten waar patiënten mee kwamen ook afgehandeld konden worden met advies van mijn moeder. Ze had een engelengeduld en gaf net als mijn vader adviezen over voeding. Soms belden mensen ons ook thuis op omdat ze graag advies van haar wilden. De Veenders konden altijd bij ons aankloppen.”

In de vakantie nam dokter van de Kolk zijn kinderen soms mee als hij visites ging afleggen bij patiënten. ,,Het leukste was het om naar het buitengebied te gaan. Mensen vonden het ook erg leuk om ons te zien. Mijn vader vertelde altijd dat toen hij net in de praktijk zat, hij bij een boer altijd twee eitjes mee kreeg, eentje voor hem en mijn moeder., Maar toen mijn broer was geboren, kreeg hij twee eieren en een kriel-eitje. En dat werden er twee toen ik was geboren.” Patiënten waren heel dankbaar dat ze een betrokken dorpsdokter hadden. ,,Mensen brachten vaak groenten mee uit hun moestuin. Voor hen waren mijn vader en moeder een  veilig vangnet voor alle medische zorg. Mijn ouders hebben zich heel erg gewaardeerd gevoeld en ook heel erg genoten van de mensen.” De zorg voor hun patiënten kon dan ook erg ver gaan. ,,Als mijn ouders samen gingen koffie drinken na spreekuur, dan werd de lijst voor de visites gemaakt. Mijn broer is ook huisarts geworden en ik weet dat visites normaliter niet veel meer afgelegd worden. Mijn vader deed dat nog volop, mijn moeder schreef de adressen op de achterkant van een receptenbriefje en soms voegde ze er nog even een adres aan toe, van iemand die net uit het ziekenhuis was ontslagen. Dan moest mijn vader van haar daar even om de hoek gaan kijken. De visite lijst was langer dan de aangevraagde visites. Op de zaterdagochtenden waren er regelmatig bijscholingen in ziekenhuis de Lichtenberg in Amersfoort en ook dan maakte hij een rondje langs patiënten die in het ziekenhuis lagen. Mijn moeder had hem dan van tevoren verteld welke patiënten er lagen.”

Samen met dorpsgenoten begon dokter van de Kolk rond 1970 met het organiseren van EHBO-cursussen in Nijkerkerveen. ,, In eerste instantie waren de EHBO-lessen voor volwassenen, maar al snel kwamen daar ook scholen bij. Mijn vader genoot van de rampenoefeningen. Ik kan mij meneer Plug nog herinneren die de schmink verzorgde van de ‘slachtoffers’. Hier werd veel aandacht aan besteed. De EHBO-vereniging en de jeugd EHBO leefde enorm in het dorp en mijn vader verzorgde ook alle herhalingscursussen. Voor het werk als curusdocent EHBO heeft hij in 1992 een onderscheiding gekregen.”

De samenwerking met de predikanten in het dorp liep op sommige momenten wat stroef. ,,Hij heeft heel veel moeite gehad met predikanten die mensen vertelden die een gehandicapt kind hadden gekregen dat dat de straf van God was. Dat drukte zo zwaar op de mensen. Hij vond het erg oneerlijk. Ook de invoering van anticonceptie moet een dingetje zijn geweest, hier waren mijn ouders heel duidelijk en vooruitstrevend in.” De moeilijke momenten vond de huisarts als er jonge mensen omkwamen, bij bijvoorbeeld verkeersongelukken. ,,Dat greep hem altijd aan. Mijn vader was altijd onderweg, en soms was er net een vreselijk ongeluk gebeurd terwijl wij in de auto zaten. Hij stopte dan om te kijken of hij eerste hulp kon verlenen. Er kwamen regelmatig ongelukken voor op het spoor tussen Nijkerk en Nijkerkerveen bij de bewaakte spoorwegovergang. Onze ouders hebben ons de details bespaard, ze zorgden er echt voor dat we niet angstig werden als er iets heftigs gebeurde.”

Dokter van de Kolk achter zijn bureau. (1989)

In 1991 overleed mevrouw van de Kolk. Dokter van de Kolk werkte nog twee jaar in de praktijk, maar gaf aan dat ‘de magie weg was’. ,,Hij heeft nog geprobeerd om een doorstart te maken, maar dat werd voor hem te ingewikkeld. Dokter van Leeuwen volgde hem op en is direct voor hem gaan waarnemen en zijn vrouw werd toen assistente. Tot zijn 70e heeft mijn vader doorgewerkt.”

In die tijd vond een omslag plaats in het huisartsenwerk. ,,Mijn ouders waren totaal niet commercieel bezig. Voor elk herhaalrecept mochten ze aanslaan, maar dat deden ze nooit. Bevallingen werden door een vroedvrouw gratis uitgevoerd, voor de hulp van de huisarts moesten mensen betalen, maar toch kozen de meeste Veenders ervoor om de bevallingen door mijn vader te laten begeleiden. Als hij merkte dat dit financieel niet kon, ging hij er toch een mouw aan passen.”

Na de praktijkovername werd het doktersbeleid van open spreekuren omgegooid, ineens was het praktijkhuis dicht en stond er een antwoordapparaat aan. ,,Mijn vader vond de veranderingen enorm. Hij werd in 1993 ziek en is in 1995 overleden. Het was wel heel sneu, want hij had samen met mijn moeder er zo naar uitgekeken om eindelijk van het doktershuis te gaan genieten na zijn pensioen.” Het echtpaar liet een enorm gat achter in het dorp. ,,Mijn moeder was heel plotseling overleden. Iemand zei: ‘de moeder van het dorp is overleden’. Ik als kind vond het bijzonder dat deze vrouw dat zei, maar zo moet het voor mensen hebben gevoeld. Ze was een luisterend oor. Onze telefoon stond in de eetkamer en als er een patiënt belde tijdens het koken nam ze altijd op, ondertussen met een schuin oog het eten in de gaten houdend. Mijn vader was een man die kinderen op de wereld had gezet, maar in de jaren die daarop volgden ook weer de volgende generatie ter wereld bracht. Hij had oog voor mensen waar het wat minder goed mee ging, die buiten de groep vielen. Sommige patiënten waren laaggeletterd en juist die mensen kon hij in hun kracht zetten. Hij ging met veel interesse in hun bezigheden bij hen op bezoek. Maar de saamhorigheid in het dorp, dat sprak mijn ouders het meeste aan.”

Inmiddels is het oude doktershuis het gezinshuis Ruchama geworden voor een groot pleeggezin. Hester: ,,Het is leuk dat er een sociale invulling is gegeven aan het huis en dat het weer een levendig huis is. Mijn broer en ik kijken terug op een hele fijne tijd aan de Nieuwe Kerkstraat. De mensen in Nijkerkerveen gaven ons veel energie. En mijn vaders werk heeft mijn broer geïnspireerd om zelf ook huisarts te worden en ik heb zelf veel mantelzorg gedaan. Dat zorgende past op die plek en is ook aan ons doorgegeven.” Inmiddels is er ook een straat naar Dokter van de Kolk vernoemd.

Wil je meer uit de Nijkerkerkerveense geschiedenis lezen en zien? Klik dan hier.