Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een feuilleton van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Een vervolgverhaal dat met een briefwisseling begon… Vandaag schrijft ds. Judith Visser.

(5a) Jon en Silje rennen de straat door, hun eigen vertrouwde straat. Even kijken ze elkaar aan, met een mengeling van opluchting en spijt. Ze hadden nog wel langer met Nemo op avontuur willen gaan, maar hoe fijn is het om je eigen vertrouwde huis weer te zien na zulke vreemde gebeurtenissen. Bij Jons huis stoppen de beide kinderen. Jon kijkt naar Silje en met een huivering fluistert Jon ‘het is vast nog niet voorbij he…’. Silje kijkt hem aan met twinkelende ogen en knikt. Daarna rent ze verder naar haar eigen huis.

‘Ha lieverd, dat is mooi op tijd, het eten is net klaar. Hup, jas aan de kapstok, schoenen uit, handen wassen en aan tafel!’ De moeder van Silje kijkt haar dochter liefdevol aan, ‘heb je een leuke dag gehad?’ En terwijl Silje haar handen wast onderdrukt ze een lach, o als haar moeder eens wist! ‘Jahoor, we zijn lekker de hele dag buiten geweest’, zegt ze en ze gaat gauw aan tafel zitten. Er staat Lapskaus op tafel, hmm dat is Siljes favoriet, lekker met flatbröd. Veel mensen vinden dit maar een armeluismaaltijd, maar mama maakt het altijd klaar met het lekkerste vlees en de precies de juiste groenten en aardappelen en dan is het echt zo lekker. Samen genieten ze van de maaltijd, papa, mama en Silje. Op de grond voor de haard ligt Ole te slapen, Siljes hond, een Golden Retriever. Hij ligt zo diep te slapen dat hij er zo nu en dan van snurkt. Silje glimlacht, de lieverd.  

Na het eten is het in bad en dan naar bed! Helemaal soezig van het warme bad kruipt Silje gauw in haar bed. Haar gedachten gaan terug naar het avontuur van vandaag, de deur, het huis, al die boeken… de chocolademelk… … Nemo… en zo… op haar eigen gedachten… … vaart Silje naar … dromenland…

… Samen met Jon staat Silje voor een dichte deur. Waarom gaat die deur nou toch niet open? Hij kent ons toch, we zijn al eerder binnen geweest, we weten wat er achter de deur is, al die boeken, en Nemo, het bos, de hertog en de hertogin die op ons wachten… Ze proberen de deur zelf open te maken, ze rammelen aan de deurknop, duwen en trekken, maar niets helpt. Dan ziet Silje een grote klopper op de deur. Ze aarzelt even, zou ze het proberen? Jon kijkt haar uitdagend aan ‘doe dan!’. Ze doet het, ze klopt met de klopper op de deur, grote zware slagen, ze schrikt ervan. Het geluid echoot na, zo hard dat ze allebei van schrik hun adem inhouden. De stilte die daarna ontstaat is oorverdovend. Dan horen ze ineens in de stilte een zacht stemmetje ‘pak de sleutel’… Silje kijkt naar Jon en ziet dat hij met een een gouden sleutel staat te zwaaien… Het zachte stemmetje gaat verder ‘steek de sleutel in het sleutelgat, waar hij precies in past, maak de deur open en loop naar binnen’… Silje wil nog wat zeggen tegen Jon, maar hoe hard ze ook haar best doet er komt geen geluid uit haar keel (je weet wel hoe dat gaat in dromen, geen stem als je iets wilt zeggen, niet kunnen rennen als dat nodig is…). Jon steekt de sleutel in het sleutelgat, waar hij precies in past… met een luide klik gaat de deur als vanzelf open… Jon kijkt achterom. Hij zegt: kom je Silje? Zie jij wat ik zie? Dit is een huis met alleen maar boeken, en er is niemand thuis!… Hand in hand stappen Silje en Jon naar binnen…

en …

Silje schrikt wakker, ze gaat rechtop zitten. Het gaat verder, denkt ze, het moet verder gaan. Ze kijkt op het wekkertje naast haar bed, 6.00 uur. Pfff papa en mama gaan het niet leuk vinden als ik nu al uit bed ben, denkt Silje, maar ik moet gewoon, ik moet naar Jon, we moeten weer op zoek naar de deur en het huis en naar Nemo. Stilletjes laat ze zich uit haar bed glijden. Ze sluipt naar de badkamer, wast gauw haar toet en trekt schone kleren aan. Dan probeert ze zo stil mogelijk de trap af te lopen. Ze let goed op dat ze trede vijf en acht over slaat. Die kunnen zo afschuwelijk kraken! Opgelucht haalt ze adem als ze goed en wel beneden is. O nee… Ole! Waarom heeft ze daar nou niet aan gedacht!? Die lieve, maar ook veel te blije hond komt op haar afgerend, de gladde tegels in de gang maken hem helemaal een ongeleid projectiel en in zijn sprint naar Silje rent hij schoenen en z’n eigen waterbak ondersteboven. Wat een hels kabaal!! Met een grote blije grijns belandt Ole op Siljes voeten en geeft een luide blaf. Zo blij is hij dat er weer iemand beneden is. Niet veel later hoort Silje gestommel boven. Het slaperige hoofd van haar moeder verschijnt boven aan de trap. ‘Wat is dat allemaal voor kabaal!?’ wil ze weten.