Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een feuilleton van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Een vervolgverhaal dat met een briefwisseling begon… Vandaag schrijft ds. Leendert van der Sluijs.

(8) Appverkeer tussen de Zuidtoren en de Noordtoren:

#ertogin: Ha Leendert, de kinderen zijn er!

#ertog: De kinderen??

#ertogin: Jon en Silje!

#ertog: Dat meen je! Haha, wat goed! En nu dan?!

#ertogin: Tja, bedenk maar iets…

#ertog: Oké…

#ertogin: O ja, de hond is er ook bij

#ertog: NEEEE, Judith!

#ertogin: Toch echt..

#ertog: Dan kunnen we het wel schudden

#ertogin: Kan meevallen

#ertog: Weet je.. ik kom niet

#ertogin: Jij komt WEL

#ertog: Oké dan.., nog even opstijgen, ben er zo

Glimlachend legt de hertogin haar telefoon terug op het kleine tafeltje, naast het glas chocolademelk. Echt fijn dat jullie er zijn zegt ze. En Ole heeft misschien een beetje dorst? Zo’n lange trap op, de volgende keer gewoon de lift hè, maar Ole was een beetje ongeduldig hè, haha.., ja je bent braaf.. hier heb je al een bak water. Het lijkt of Ole en de hertogin elkaar al jaren kennen. Ole drinkt gulzig en de hertogin kijkt glimlachend toe. Zo zegt ze, mijn dag kan niet meer stuk. Twee slimme kinderen op bezoek én een slimme hond… Dat is dan toch maar even mooi gelukt, zegt ze er zachter achteraan. Wie is hier de slimste? Misschien ben ik dat wel.. En dan opeens hard lachend: Philip Freriks en Maarten van Rossem hebben mij nog niet ontdekt, maar ik zou een goeie kandidaat zijn in hun programma ‘De slimste mens’! – Terwijl ze dit zegt komt er een enorm geraas dichterbij. Als op afspraak duiken Jon en Silje achter de twee grote stoelen, Jon achter de één, Silje achter de ander. Ole begint hard te blaffen. Als hij in mensentaal had kunnen blaffen, zou hij dat gedaan hebben. Maar gelukkig kan Silje hem ondanks het geraas toch goed verstaan. Wat hij blaft is: blaf-blaf-blaf // blaf-blaf-blaf! Ja dat moet je dan maar even kunnen vertalen, zoals Silje dat kan. Voor haar is het niet zo moeilijk, want zij heeft hem zelf zo praten geleerd. Ze luistert nog even scherp.., en dan weet ze het zeker, 2 x 3 blaf = er-is-niks, aan-de-hand. Voorzichtig kijkt ze om de hoek van de stoel. Het geraas is nu echt oorverdovend. Vlug kijkt ze ook nog even naar Jon. Hij zit als een bibberend hoopje op zijn knieën achter zijn stoel met zijn handen over zijn oren. Het begint hard te waaien, en de schilderijen aan de muren beginnen te klapperen. Silje ziet dat de hertogin twee klapdeuren heeft opengedaan die toegang geven tot een balkon. Er hangt een helicopter voor, waaruit een grote klapwiekende donkere vogel wordt losgelaten. De vogel landt precies op het balkon en de helicopter stijgt op en zwenkt de lucht in, in een mum van tijd lijkt het van speelgoed en is de stilte bijna net zo oorverdovend als eerder de herrie. – Kom binnen, zegt de hertogin blij, we verwachtten je al… De vogel stapt binnen en zegt al puffend: O hertogin van het Zuidgebied, zou ik nu kunnen knielen u de eer bewijzend om uw slimheid danwel schoonheid ik zou knielen, maar vergun me eerst even op adem te komen en mijn vleugelpak glad te strijken en als uitrusting mijner heldhaftigheid voor later tijdstip ten gebruike te hangen, en mijn wapens in te leveren… Hij trekt aan zijn snavel en ritst zijn pak open. Er stapt een man uit met een verwarde haardos, ondeugende ogen, een slobbertrui en een broek met knie-lappen. Zijn schoenen zijn van het merk Hugo de Jonge, dat is eigenlijk het eerste wat Silje opvalt. Met open mond neemt ze hem van teen tot top op. Ook Jon is achter zijn stoel vandaan gekomen en is een en al verbazing. De man veegt het zweet van zijn gezicht en haalt een boek uit zijn pak tevoorschijn. Hij zegt: zo, is dit jullie boek?