Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een Corona-briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Leendert van der Sluijs.

Ha Judith, beste collega VISSER,

Tja, ik ben jaloers op je. Op je naam. Welke dominee wil er nou niet Visser heten? Volgens mij ben je dan al binnen. Een dominee die Visser heet! Jij weet beter dan wie ook dat er in de Bijbel staat dat vissers vissers van ménsen zullen zijn. In die tijd was er nog niemand die Visser heette, maar in later tijd dus wél (nee je bent niet de eerste, maar wel één van die mensen voor wie dat (trouw)geluk was weggelegd). Maar Vissers heten natuurlijk niet zomaar Visser, dat heeft een áchtergrond. Elke Jan of Joke Visser heeft een lijntje naar het verleden waarin in opdracht van was het Napoleon? elk mens een goed bedachte familienaam moest hebben. En helemaal niet raar: wie visser was werd Visser genoemd! Kijk, en volgens mij werkt het op een gegeven moment dan zó dat dat wat je bent geworden, dan bén je dat ook (was dus eerst andersom). Ja jij bent Visser! Geworden wel es waar, maar je bent het nu! Dóminee Visser. Voor mij klinkt dat bijna dubbelop. Want niet elke Visser is dominee, maar elke dominee is wel Visser! Daarom dus. Ben ik een beetje jaloers. Op je naam. Op wie jij bent. Dominee in het kwadraat. (Heb geen verstand van wiskunde, maar volgens mij betekent dat wel degelijk wat.) 

Maar goed, jij vraagt dus aan mij of ik misschien dankzij mijn naam zoiets als een sluiswachter ben. Mwa, heet liever Visser, maar oké – sluiswachter, wel mooi gevonden! En inderdaad, als dominee voel ik er wel voor voor hoger of lager gelegen wateren te zorgen. Al naargelang de waterstand. Ik weet verder niet precies hoe het werkt, al m’n opa’s waren sluiswachter (in de betekenis die jij er aan geeft) maar niemand heeft me ooit verteld wanneer je op welk moment en voor hoe lang de sluis moet opengooien of moet sluiten. Ik zou zeggen: gewoon altijd open die sluis, dan hou je tenminste stromend water. Want als het stilstaat, gaat het stinken – toch? Maar het schijnt niet helemaal zo te werken. Af en toe moet die sluis toch dicht. Dat vind ik altijd wel heel spannend. Dan zeg ik: Gemeente, ’t gaat even dicht. Stel me verder geen vragen, ’t is gewoon het beste. Maar bedenk, wat we nu niet hebben, dat hebben we dan straks extra. En naar mijn idee is dat ook zo. Dat is een soort vasten. Zoals we nu in de kerk aftellend naar Goede Vrijdag een soort vastentijd hebben, 40 dagen lang. En waarom doen we het? Niet om onszelf te kwellen (zoiets akeligs zou niemand moeten willen), maar juist om in de tijd ná die lange tijd van ‘even niet’ eens te meer te ontdekken hoeveel het eigenlijk is wat we dan weer hebben en lange tijd gemist hebben. 

Sorry, dit klinkt misschien een beetje filosofisch, maar dat viel me op in je brief, dat ben jij ook een heel behoorlijk beetje, filosofisch. En nog wel een heel behoorlijk beetje meer dan ik! Zo dat ik het bijna niet kan bijbenen. Er is ‘niet-weten en weten’. (Met schitterend citaten van een voor mij onbekende Gray én van Obama, wie zou hem niet prijzen om wat ie allemaal zegt!) En ook is er dit: je ziet altijd wat je wilt zien en anders krijg je het wel getoond door de media, of eigenlijk: je krijgt te zien waar je om vroeg omdat je het zo wilde zien en dan zul je ook. Zoiets zeg je. Ik vind het lastig te begrijpen, moet er waarlijk een beetje naar vissen, maar ik weet zeker dat het waar is wat je schrijft. (Vissers weten dat, al heet ik dan geen Visser;-))

Oh ben al weer bijna door m’n brieflengte heen! Hoge nood, zei de sluiswachter! Zijn we net een beetje op dreef, moet de rem er weer op. Nou ja, nog snel dit dan. Dat wat jij ons ‘selectief geheugen’ noemt, dat gaan we allemaal onthouden. Dat kan ons goed van paskomen. Je herinnert je wat je wilt herinneren. Nou lieve lezers, wen er maar aan, er was/is veel meer. Zo waar dominee Visser gelijk heeft. En wat mij betreft heeft ze altijd gelijk. Denk nog eens even drie keer na als je denkt alleen maar te moeten weeklagen. Wij (Vissers) hebben Bregman gelezen. Die zegt het ook.

Beste Judith Visser, wat ik je ten slotte nog wil vragen: waar heb jij zo goed schrijven geleerd? En vind je het vervelend mijn gehaspel telkens te moeten onthaspelen? Sorry daarvoor, maar ja, inderdaad wie graag wil schrijven, brieven over dit en over dat, en allemaal van het grootste belang, heeft de ander nodig om overeind te blijven.

Hartelijke collegiale vissersgroet,

Leendert van der Sluijs