Laurens de Man verzorgt op dinsdag 3 september het zesde en laatste orgelconcert in de Grote Kerk van Nijkerk. Hij stelde hiervoor een programma samen rondom Johann Sebastian Bach, met muziek van onder meer Bach, Buxtehude, Krebs en Pachelbel. Deze muziek dateert uit de bouwtijd van het orgel en gedijt er goed op.

Bachs inspiratiebronnen

Het Preludium in g(BuxWV 149) van Dietrich Buxtehude (1637-1707) vormt de opening van het concert. Het is een wervelend en indrukwekkend stuk, in de typische Noord-Duitse barokstijl waar Buxtehude bekend om is. De Ciacona in Dvan Johann Pachelbel (1653-1706) vormt een rustig vervolg van het programma. Het werk begint luchtig en is virtuoos, maar heeft dankzij de toonsoort ook een wat strenge sfeer die met een opbouwende registratie vooral aan het eind hoorbaar wordt.  

Ter afwisseling

Als derde klinkt Für Ricovan de Oostenrijkse pianist en componist Friedrich Gulda (1930-2000). Gulda speelde dit stukje muziek voor zijn zijn Rico, vandaar de titel. Het werk vormt een mooi intermezzo tussen de oude muziek van de barokcomponisten.

Bach zelf

Vervolgens komt er een blok met muziek van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Allereerst het Preludium en fuga in d(BWV 539). De fuga is oorspronkelijk geschreven voor viool, maar Bach werkte het later om tot een orgelwerk waarin veel meer klanken mogelijk waren. Het Trio “Allein Gott in der Höh’ sei Ehr”uit de Clavier-Übing III (BWV 676) wordt beschreven als een onbekommerd koraaltrio waarin gejubel de boventoon voert. Een heel ander karakter heeft het Vater unser im Himmelreich(BWV 762). Dit kennen wij als het Gebed des HEEREN. De melodie komt langs met een rustige omspeling.

Bachs leerlingen

Wat volgt is het vierdelige Allein Gott in der Höh sei Ehrvan Johann Ludwig Krebs (1713-1780). Krebs was een zeer gewaard leerling van Bach. Krebs muziek kenmerkt zich door lichtvoetigheid. Muziek van Johann Gottfried Müthel (1728-1788) is minder bekend. De Man speelt de vrolijke Fantasie in F. Müthel verbleef in 1750 als leerling bij Bach, toen die al oud en ziek was. De galante stijl van Müthel lijkt dan ook meer op die van Carl Philipp Emanuel Bach. Een andere leerling van Bach was August Gottfried Homilius (1714-1785) van wie De Man Komm, Heiliger Geist, Herre Gott speelt.

Ter afwisseling en slot

Het voorlaatste stuk is opnieuw een (oorspronkelijk piano)werk van Friedrich Gulda (1930-2000): Introduction and Dance. De toon van dit stuk is eerst dramatisch en dan opgewekt, met een jazzstijl. Het slot is een werk van Johann Sebastian Bach (1685-1750): Preludium en Fuga in e (BWV 548). Het is een lang en virtuoos werk, één van Bachs grootste, dat een prachtige afsluiting van de zomerserie orgelconcerten zal vormen.

Over de organist

Laurens de Man (1993) is een veelzijdig musicus, actief als pianist en organist, zowel solistisch als in kamermuziekverband. Hij studeerde piano (bij David Kuyken) en orgel (bij Jacques van Oortmerssen) en bijvak clavecimbel (bij Johan Hofmann) aan het Conservatorium van Amsterdam. Vanaf oktober 2017 zette hij zijn studie voort aan de Berlijnse Universität der Künste bij Leo van Doeselaar. Deze studie rondde hij in 2019 af met de hoogste cijfers. Laurens won diverse prijzen in binnen- en buitenland. Hij was te horen en zien bij onder meer Radio4 en Podium Witteman en is sinds 2012 hoofdorganist van de Janskerk in Utrecht.

Van harte welkom

Het orgelconcert op dinsdag 3 september begint om 20.00 uur. De toegang is gratis. Aan de uitgang is er een collecte. Na afloop is er in ‘t Gasthuus naast de kerk koffen en thee en kunt u napraten. Van harte welkom!

Tekst: Matthias van Bloemendaal
Foto: Persfoto