Ook het verhaal van de Wabo gaat terug naar voor de oorlog, naar Gert van de Wal. Hij was geboren en getogen aan de Domstraat in Holkerveen (Nijkerkerveen). Gert ging in de jaren dertig venten met witzand in Nijkerk en Nijkerkerveen. Per hondenkar verkocht hij het witzand aan de mensen die daarmee hun straatje en stoepje konden schrobben. Na de oorlog, in 1946, begon Gert achter het ouderlijk huis in een paar lege houten kippenschuren een bedrijf voor het vervaardigen van borstels en wasknijpers. Het bleek een gouden greep te zijn. Er was veel vraag in Nederland naar deze attributen. Van de Wal was erg ondernemend en haalde veel opdrachten binnen.
Door kortsluiting brandde in 1948 een groot gedeelte van de kippenschuren af. Gert liet zich niet afschrikken door deze brand en bouwde de houten schuren weer op. Het bedrijf maakte in de jaren vijftig een sterke groei door en er kwam steeds meer vraag naar allerlei soorten borstels en wasknijpers. Daarom diende Gert in 1958 bij de Gemeente Nijkerk een verzoek in om een geheel nieuwe fabriek te mogen bouwen aan het Koolhaaspark, vlakbij het huis van zijn ouders. Van de Wal zelf was begin jaren vijftig getrouwd en in Amersfoort gaan wonen. De grond waar hij zijn nieuwe onderneming wilde bouwen, was eigendom van het buurtschap Koolhaaspark, van woningstichting De Goede Woning. Na vele gesprekken en onderhandelingen kreeg Gert van de Wal door de Gemeente Nijkerk een perceel toegewezen in het Koolhaaspark, om daar zijn nieuwe fabriek te bouwen. Het aannemersbedrijf gebr. Woudenberg, gevestigd aan de Domstraat kregen de opdracht om het nieuwe onderkomen te bouwen.
De in 1958 afgegeven bouwvergunning
De eerste steen, gelegd in 1959
Op 4 April 1959 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe fabriek van Gert van de Wal. Het adres was, Domstraat 1. Het nieuwe gebouw bestond uit afdelingen voor stempelmachines , borstelmachines, plasticmachines, automatische verenmachines en een kartonnage-afdeling. Verder werd het pand zodanig gebouwd dat er ook ruimte was voor een inpakafdeling, voor expeditie en opslag, maar ook voor een kantine, een kleedlokaal en een aantal kantoren.
In vergelijking met de houten loodsen waar Gert van de Wal na de oorlog zijn bedrijf was begonnen, was dit nieuwe onderkomen een enorme vooruitgang. En zeker voor die tijd was het uitgerust met nieuwe en moderne machines. Ook werd het bedrijf begin jaren zestig een Naamloze Vennootschap (NV) De naam werd: Wabo Plastics NV. Wabo staat voor de afkorting Van de Wal Borstels. De vraag naar allerlei soorten borstels en wasknijpers breidde zich steeds verder uit. Niet alleen in Nederland, maar ook vanuit België, Duitsland en Engeland kwam er vraag. De productie werd steeds groter. Dit had tot gevolg dat Gert van de Wal zijn bedrijf in 1964 ging uitbreiden. De gebr. Woudenberg bouwden aan het bestaande pand vier nieuwe bedrijfshallen vast, voor verdere productie en een grotere opslag.
In 1968 zijn er nog eens drie flinke bedrijfshallen op het “Wabo terrein” bijgebouwd. Ook nu waren de gebr. Woudenberg weer degene die de drie hallen realiseerden. Deze hallen zijn echter nooit door de Wabo in gebruik genomen. Na oplevering werden ze direct verhuurd aan Burnham Europa. Deze firma produceerde cv-ketels en verwarmings- en koelinstallaties. Tot 1972 heeft Burnham Europa de hallen van Gert van de Wal gehuurd. In dat jaar verhuisde het bedrijf naar de Gildenstraat in Nijkerk.
Ruim tachtig man personeel
Dat de Wabo in die periode flink productie draaide. blijkt wel uit het aantal mensen dat er werkte. Ruim tachtig man personeel was er in loondienst. Personeelsleden die machines bedienden, productiemedewerkers, inpakmedewerkers, opslagmedewerkers, magazijnmedewerkers, kantoormedewerkers enzovoort. Ploegendiensten waren voor het personeel heel gewoon. Containers vol met allerlei borstels en wasknijpers werden geëxporteerd. De Wabo was een bloeiende onderneming. Tot 1972 leidde Gert van de Wal zijn bedrijf Wabo Plastics. In dat jaar verkocht hij het aan een grote borstelfabriek uit Duitsland. Deze fabriek nam de gehele productie, inclusief het personeel van Wabo Plastics over. Alveru (Algemene Verkoopunie) uit Soest werd mede-eigenaar. De naam Wabo Plastics bleef bij de overname wel gehandhaafd.
Chef/Manager Chris Smit
In het jaar 1973 kwam een zekere meneer Smit de gelederen versterken aan de Domstraat. Deze Chris Smit werkte al een aantal jaren als vertegenwoordiger voor Alveru uit Soest. De functie die Smit ging uitoefenen voor de Wabo was chef/manager. De in 1927 te Deventer geboren en getogen Chris, ging na zijn lagere schooltijd werken in een elastiekfabriek in Deventer. Dit bedrijf maakte elastiek voor onderkleding, sokophouders, jarretelophouders en bretels. “Het was een Joodse onderneming, de eigenaar heette Fortuyn,” vertelt Smit “Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf gesloten door de Duitsers. Ze haalden de machines en materialen weg voor eigen gebruik. Zo werd ik werkloos. Na de bevrijding heb ik ruim acht maanden in de keuken voor het Canadese leger gewerkt, voordat ik weer terug kon naar de elastiekfabriek. Nadat ik een aantal jaren in de fabriek had gewerkt, wilde ik een andere functie in het bedrijf. Ik maakte de directie duidelijk dat ik langs de weg wilde, vertegenwoordiger dus. Men stemde toe. Zo kwam ik op vele plekken in Nederland bij bedrijven om ons product te verkopen. In de jaren zestig kreeg ik goede contacten met Alveru uit Soest. Dit bedrijf deed mijn op een gegeven ogenblik een heel goed aanbod, om voor hen te komen werken. Ik sloeg dit aanbod niet af en veranderde na vele jaren van baan. Toen Alveru in 1972 mede-eigenaar werd van de Wabo werd ik in 1973 door de directie benaderd om voor de Wabo aan de Domstraat te gaan werken. Ook ging ik in Nijkerkerveen wonen, aan de Westerveenstraat. Zo gezegd, zo gedaan, dacht ik.”
Chris vertelt verder: “Het viel me enorm tegen, hoe het bedrijf aan de Domstraat op dat moment functioneerde. Het was een complete chaos toen ik daar binnen kwam. Er was totaal geen structuur, iedereen deed maar wat, helemaal geen leiding. Gert van de Wal moet in 1972 bij zichzelf hebben gedacht: Ik verkoop de toko, strijk het geld op en ze zoeken het maar uit. Het was een hele opgave om het bedrijf in fatsoenlijke banen te leiden. Er werkte toen een zekere meneer Kip. Deze uit Amsterdam afkomstige meneer Kip werkte al een aantal jaren voor de Wabo als exportmanager. Ik overlegde met hem en met de directie van Alveru over verbeteringen en een goede structuur voor het bedrijf. Ook wilde ik dat er een sociaal plan kwam voor het personeel. Alveru stemde toe dat ik in samenwerking met de heer Kip het hele bedrijf in goede banen ging leiden. Er kwam op kantoor een strakkere planning, inclusief productieleider. Zo wees ik leidinggevende mensen aan voor de productie op de werkvloer. Ik zorgde voor betere en veiligere werkomstandigheden. Ik maakte het personeel duidelijk wat hun functie was, richtte een personeelsvereniging op en zorgde ervoor dat er jaarlijks een kerstborrel kwam met een kerstpakket. Een dagje uit met het personeel kwam ook aan de orde. De kantine liet ik aanpakken voor betere voorzieningen. Zo kwam er moderner kantinemeubilair, een balie met voorzieningen en een nieuwe koffiezetinstallatie, zodat het personeel fatsoenlijk kon schaften. Binnen drie a vier maanden hadden Kip en ik de hele Wabo fatsoenlijk in het gareel. Nu kon er goed gewerkt worden.”
Faillissement in 1978
“De jaren erop heb ik goed en fijn gewerkt voor de Wabo,” zegt Chris. “Het was een fijne tijd. Helaas was het niet van lange duur. De directie van de Duitse borstelfabriek en Alveru kregen een behoorlijk conflict over de financiën van de Wabo. Dit liep zo hoog op dat er een faillissement werd aangevraagd. Op 14 juli 1978 werd Wabo Plastics Failliet verklaard. Ik was behoorlijk aangeslagen. ” Chris Smit verzucht: “Dit had absoluut niet gehoeven, er was werk in overvloed. Maar de beide partijen stonden elkaar naar het leven. Men kwam niet uit de problemen. Het was over en uit aan de Domstraat. Een drama.” Vijfenhalf jaar is Chris Smit werkzaam geweest voor Wabo Plastics. Na deze periode is hij aan de gang gegaan bij melkfabriek De Volharding in Nijkerk, waar hij stafmedewerker werd. Lang heeft hij daar niet kunnen werken. Gezondheidsproblemen zorgden ervoor dat hij werd gedwongen te stoppen met werken. Smit woonde 25 jaar in Nijkerkerveen, 13 jaar in Nijkerk en woont nu in Amersfoort. “Ach… de Wabo.” Zegt Chris. “Doodzonde dat het bedrijf failliet is gegaan. Ik blijf zeggen dat het niet had gehoeven.”
Teus van de Bunt
Als er een persoon was die het hele bestaan van de Wabo als werknemer heeft meegemaakt, dan was het wel Teus van de Bunt. Hij was de eerste werknemer die voor Gert van de Wal kwam werken, nadat die twee jaar voor zichzelf bezig was. De twee kenden elkaar van haver tot gort, ze woonden al jaren op loopafstand van elkaar. Gert woonde aan het begin van de Domstraat, Teus op de hoek van de Domstraat met de Amersfoortseweg, (het Rooie Darp werd het wel genoemd.) Al de jaren dat Teus werkzaam was voor de Wabo, deed hij het onderhoud van de machines. Een manusje van alles was hij. Ook in de weekenden en in de avonduren als er een storing was, was Teus paraat om het probleem op te lossen. Ook voor het onderhoud van het bedrijf zelf werd Teus regelmatig opgetrommeld. Was er een deur ontwricht: Teus zorgde er weer voor dat de deur weer goed open en dicht ging. Of hij hielp in de late uren ’s avonds een vrachtwagen lossen of laden. Hij was altijd bezig. Dertig jaar heeft hij bij Wabo Plastics gewerkt en was hij een rots in de branding. Ook voor hem kwam het faillissement als een enorme dreun aan.
Teus van de Bunt aan het werk in de Wabo hallen
Een artikel wat over van de Bunt werd geschreven na het faillissement
Frans van As
Een andere medewerker was Frans van As uit Nijkerkerveen. Hij werd geboren in 1947 aan de Domstraat, vlak naast de Wabo. Hij vertelt: “Ik kan mij nog goed herinneren dat van de Wal in die oude houten schuren borstels maakte. Er was altijd herrie en stank. Natuurlijk weet ik ook nog goed dat het nieuwe pand werd gebouwd. Als jochie hielp ik mee met stenen sjouwen. Ook ben ik een keer met de kruiwagen van de bouwlift afgevallen. Ik heb heel wat af lopen struinen op het terrein van de Wabo. Toen het nieuwe pand klaar was, ging ik vaak met de vrachtwagen mee om wasknijperonderdelen weg te brengen naar gevangenissen in Nederland. Gedetineerden zetten wasknijpers dan op koortjes in elkaar. Zo ben ik in Scheveningen en in Breda geweest. Dat werk is jaren door gedetineerden gedaan. Later, toen ik wat ouder werd en verkering kreeg, stond ik regelmatig te scharrelen en lag ik te rollen met mijn geliefde, Alie Guliker, op het terrein van de Wabo. Ja, waar het terrein van de Wabo al niet goed voor was…!” Grinnikt Frans. “Het is jammer dat de Wabo niet meer bestaat. Het bedrijf bood toch voor veel mensen werk, zowel uit Nijkerkerveen als uit de regio. Maar ik moet zeggen dat het pand er nog steeds netjes en goed onderhouden bij staat.”
Andere bedrijven
Het Wabo terrein staat vandaag de dag zeker niet leeg. In de grote hallen zijn diverse bedrijven gevestigd. Een van die bedrijven is: van de Vecht RVS Apparatenbouw BV. Van de Vecht Apparatenbouw is in 1982 gestart door Kees van de Vecht, die begon met het ontwerpen en vervaardigen van RVS krattenreinigingsapparatuur voornamelijk gebruikt in de vlees-, vis-, bloemen- en groentetransport industrie. De stijgende vraag naar hygiëne en speciale reinigingsapparatuur – zoals krat- en palletwassers – leidde tot een groei van, van de Vecht Apparatenbouw, voornamelijk gericht op de voedselsector. Het bedrijf vestigde zich uiteindelijk in 1996 in het midden van het land, in Nijkerkerveen, in het eerste gedeelte van het Wabo terrein om aan de stijgende interesse te kunnen blijven voldoen.
Dit prachtige stukje Nijkerkerveense geschiedenis kun je vinden in het boek Verdwenen bedrijven in Nijkerk en Nijkerkerveen deel 1 van auteurs Raymond Beekman en Maranke Pater. Het is te koop bij boekhandel Roodbeen. Je kunt het ook online bestellen. Klik daarvoor hier. Ons foto archief over de geschiedenis van Nijkerkerveen bevat nog veel meer prachtige items. Klik daarvoor hier.