“Hier heb je geld. Ga daar maar verf en kwasten voor kopen en ga dan schilderen als dat zo nodig moet”. Dit kreeg Elbert van de Pol te horen toen hij nog maar een jongen was. Dit is nu, tijdens het schrijven van dit artikel in 2021 ruim 87 jaar geleden. Voor dit verhaal gaan we terug naar de jaren zeventig van de vorige eeuw. Wie kende Ep toen eigenlijk niet in Nijkerkerveen en wijde omgeving? Zelfs de jeugd noemde hem bij zijn voornaam.

Ep groeide op als kleermakerszoon van een zelfstandige in Nijkerk. De meeste kinderen wilden graag piloot of politieman worden, maar bij Ep was dit niet het geval. Hij wilde schilder worden, al van kinds af aan. Zijn vader had echter andere plannen met hem. Hij moest maar gaan studeren, voor onderwijzer bijvoorbeeld. Hij ging toen naar de ULO. “Daar heb ik het twee jaar volgehouden” zei Ep in een interview met de plaatselijke krant. “Niet dat ik niet mee kon komen hoor, in tegendeel. Maar dat andere liet me niet los”. Ep moest en zou schilder worden. Zijn vader zag dat hij het toch niet geheel naar zijn zin had op de ULO. Dan toch maar schilder worden? Elbert wilde niets liever. De knoop werd eindelijk doorgehakt en op zijn veertiende ging hij het vak in, uiteraard niet meteen zelfstandig.

Op zijn vijftiende kreeg Ep zijn eerste fiets, een tweedehandsje van een knaak. Een nieuwe kostte toen twintig gulden. Dat was toen een heel bedrag. Ep bleek een uitstekend verteller en kwam vaak erg humoristisch voor de dag. Toen hij in 1936 van Nijkerk naar het Veen vertrok had hij al snel twee knechten. Hij kreeg zoveel werk dat hij het onmogelijk zelf aankon. Hij werkte jarenlang als zelfstandige, er was zelfs een tijd dat hij acht man personeel aan het werk had en dan kon hij het werk nog met moeite klaar krijgen. Zijn hele werkzame leven heeft Ep ruim voldoende werk gehad, ook op de meest rare tijden. Zo kwam hij eens laat op de avond bij een klant om de slaapkamer te behangen. Het betrof een vrouw die al onder de wol lag. Hij zei: “Blijf maar rustig liggen hoor, ik behang wel door. Dat waren toch wel leuke dingen”.

Vroeger viel het in de winterperiode niet mee voor een schilder. Er bestond toen nog geen vorstverlet en Ep was blij dat hij zijn personeel aan het werk kon houden. De winter kostte altijd geld. Sprong je eens gelijk uit dan had je geluk. Dat gebeurde echter maar heel weinig. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw ging dat makkelijker, vooral particulier. Er was bijna overal centrale verwarming dus je kon veel vaker doorwerken binnen. Een pot verf kostte in die tijd ongeveer zeven gulden en een rol behang moest vijf tot tien gulden opbrengen.

Van de Pol heeft ook veel voor het verenigingsleven gedaan. Zo zat hij tien jaar in het bestuur van de zondagsschool. Elke zondagochtend vertelde hij de kinderen uit de bijbel. In het schoolbestuur heeft hij 25 jaar een bestuursfunctie gehad. Hij was vroeger veel op pad. Ook de Oranjevereniging hielp hij oprichten. In het begin kwam hij s’nachts soms pas om half twee thuis van een vergadering. Het was volgens hem een gezellige tijd.

Begin jaren zeventig moest Ep het om gezondheidsredenen al enige tijd rustiger aan doen. Als hij thuis was hielp hij de klanten en anders zijn vrouw. De verf was in die tijd al makkelijker te verwerken dan vroeger. Voor de doe het zelver was het een stuk makkelijker geworden. Daar paste het echtpaar het assortiment ook naar aan. De winkel bevond zich aan het begin van de Nieuwe Kerkstraat, tegenover het pand van kruidenier Henk Schotsman (Schots). Ep staat op de foto helemaal rechts, kenmerkend is het sigarenstompje waar je hem vaak mee zag. Links op de foto staan Klaas Blom en zijn vrouw Luitje Blom-van Doornik. Ze hebben jarenlang in een van de karakteristieke huurwoningen grenzend aan het Kleuterpad gewoond. De mevrouw in het midden van de foto is Beertje van de Kamp.

Wil je meer uit de Nijkerkerkerveense geschiedenis lezen en zien? Klik dan hier.