Wie boven de 50 jaar is kan zich de sfeer, de geuren en de rituelen van de zestiger jaren en de periode daarvoor nog herinneren. Douches bestonden er nog nauwelijks. Het kroost van het gezin werd eenmaal per week door moeder in een teil gewassen en het was niet best wanneer je de jongste was uit een gezin van zes! Met name op de boerderijen of de woningen met een bedrijf was het heel normaal dat een koe of een varken aan huis werd geslacht. Zelf verbouwde groenten werden in Keulse potten of weckflessen ingemaakt.

Van woningisolatie was geen sprake. In de winter stonden er ’s ochtends ijsbloemen op het enkele glas. De enige warmtebronnen in de huizen bestonden uit het fornuis in de keuken en de kachel in de kamer. Aardgas kwam pas halverwege de zestiger jaren bij de Nederlandse huishoudens binnen. Tot die tijd werden er kolenkachels gebruikt en werden nieuwbouw woningen standaard voorzien van een kolenhok achter de schuur. Het transport tussen hok en kachel vond plaats met een zogenaamde “kolenkit”  

 

een van de laatst overgebleven kolenboeren in Nijkerkerveen en omstreken was Eep (Evert) Plug aan de van Dijkhuizenstraat 51. Dat werk en die handel waren hem met de paplepel ingegoten. Op de plek waar nu de twee-onder-een-kap tegenover de ingang van de algemene begraafplaats staat, stond vroeger het witte boerderijtje van zijn vader Garrit (Gerrit) Plug. Garrit hield kippen en ganzen, had een grote moestuin en was zo zachtjes aan al met de kolenhandel begonnen. Het bedrijf werd in 1922 in het handelsregister ingeschreven. Zoon Eep zag in 1921 als eerste van 1 zoon en 3 dochters het levenslicht en toen hij rond de dertien jaar oud was hielp hij al volop mee in het bedrijf. Zo ging dat immers in die tijd. De lager school, een paar jaar MULO en dat was het dan. Het werk was belangrijker.

Een foto, gemaakt in januari 1939, die werd gebruikt voor een ansichtkaart.

De kolen werden bezorgd met de fiets of met “hit en kar” (paard en wagen), een heel gebruikelijk vervoermiddel in die dagen. Graan en ander veevoer werden in eerste instantie voor eigen gebruik gehaald bij “De Eersteling” in Amersfoort. De boeren waar Garrit en Eep hun kolen bezorgden vroegen om ook een paar zakjes voor hen mee te nemen. Op die manier ontstond ook de graanhandel.

Eep had niet alleen interesse in de handel. Hij had een oogje op een bekoorlijke dame uit Holkerveen, “De Leers” noemde men die buurt toen. Geertje Berculo was haar naam. Het was er dus eentje van de “Hoanen” om het maar eens op zijn Veens uit te drukken. Zo’n scharrel werd echter niet zo maar 1,2,3 gepikt. Het waren per slot van rekening toch verschillende dorpen en dat lag nogal gevoelig. Eep volharde echter en kreeg uiteindelijk ook zijn zin. In 1954 trouwden Evert en Geertje. eerder kon niet, want het was oorlog en bovendien moest zij eerst als enige dochter voor haar alleen achter gebleven vader en de kinderen zorgen.  

De eerste jaren van hun huwelijk woonde het echtpaar aan de Vrouwenweg. Het witte boerderijtje aan de van Dijkhuizenstraat werd gesloopt en de al eerder besproken twee-onder-een-kap kwam ervoor in de plaats. Eep nam het bedrijf met de inmiddels imposante loodsen achter de huizen over. Garrit, helaas al vroeg weduwnaar, verleende nog hand- en spandiensten en woonde naast Geertje en Eep.

De uitnodiging voor het 25-jarig Huwelijksfeest in 1979.

Aan het begin van zijn carrière gingen hit, kar en Eep naar het station in Nijkerk waar de kolen met de treinwagon uit Limburg werden aangevoerd. Dat was gewoon handwerk. Met de bats werd de kar volgegooid om na terugkeer in Nijkerkerveen weer te worden gelost. In het begin lagen alle formaten door elkaar heen en werd er met een trechter en zeef gesorteerd op verschillende formaten. Er waren  eierkolen “Drietjes”, “Viertjes” en “Vijfjes”. Hoe hoger het nummer, des te kleiner het formaat. Het “Viertje” was het meest populair. Daarnaast werden er antraciet en briketten verkocht. De kolen werden verpakt in jute zakken en zo naar de klanten gebracht. Met zijn sterke handen slingerde Eep de zakken met een vloeiende beweging op de kar.

De “hit” ging met pensioen en er werd een heuse Bedford vrachtwagen aangeschaft. Daarmee reed Eep ’s nachts nog jarenlang naar het station om de kolen op te halen. Tot het moment waarop een enorme vrachtwagen de kolen, gesorteerd en wel in het Veen kwam aanleveren.

Eep naast de eerste vrachtauto, De Bedford.

Het was hard werken!

Ook op het bedrijf van Eep Plug deed de mechanisatie zijn intrede. Een elektrische opschepmachine, transportbanden en automatische zakkenvullers maakten het zware werk stukken lichter en dat was maar goed ook, want in de gang rinkelde de bakelieten telefoon onophoudelijk om bestellingen door te geven. De kolenhandel was natuurlijk gebonden aan het seizoen. In de zomermaanden was het rustiger en kon Eep zich meer concentreren op de meelhandel, de moestuin en bijvoorbeeld het schilderwerk aan de Bedford.

Weliswaar was het holentijdperk, na de intrede van het aardgas, op zijn retour, maar Eep zag nog altijd kans om de handel over te nemen van “conculega’s” die ermee ophielden. De zaken liepen dan ook voorspoedig. In een van de loodsen stond, naast de Bedford, altijd een peugeot als “luxe” wagen voor de uitstapjes met het gezin en voor het afrekenen met de klanten aan het einde van de week. Dat gemotoriseerde vervoer was trouwens ook wel noodzakelijk want het aantal klanten werd dan wel op peil gehouden, maar het gebied werd steeds wijder aangezien veel gezinnen op alternatieve brandstoffen overgingen.

Werkbonnen van het bedrijf.

Eep beeindigde zijn bedrijf in 1991. Hij was toen 70 jaar. Een nieuwe opvolging door een van de drie zoons lag niet in de lijn der verwachtingen en die ambitie was er dan ook totaal niet bij de mannen. Gert werd doctorandus in de economie, Erik werd financieel controller en Gerard architect. Hij ontwierp het huis aan de overzijde van het bedrijf, op de hoek van de Talmastraat, waar Eep en Geertje tot aan het einde woonden. Eep overleed in 2007 en Geertje in 2016. Zo werd Eep Plug een van de laatsten der (Kolen-) Mohikanen.

Dit prachtige verhaal kun je vinden in het boek Verdwenen bedrijven in Nijkerk en Nijkerkerveen deel 2 van auteur Raymond Beekman. Het is te koop bij boekhandel Roodbeen. Je kunt het ook online bestellen. Klik daarvoor hier. Ons foto archief over de geschiedenis van Nijkerkerveen bevat nog veel meer prachtige items. Klik daarvoor hier.

Foto’s: Privecollectie Familie Plug.