Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een feuilleton van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Een vervolgverhaal dat met een briefwisseling begon… Vandaag schrijft ds. Leendert van der Sluijs.

(37) Eenmaal in de trein gestapt, verdwijnen ze even later in een eindeloze bergtunnel. Die zien we niet meer terug, zegt de oude vrouw op het perron. Naast haar zit Nemo, door haar de Kleine Uitnodiger genoemd. Samen runnen ze Kapitein Nemo’s Bibliotheek, tot op de dag van vandaag in Oslo gevestigd. Nemo knikt, en kijkt naar zijn schoenen, hij zegt: Tot hier, ging eigenlijk alles voorspoedig Virginia. Uw nieuwe boek vorderde prima. Ze knikt, tuurt het perron af. Ze zegt: weet je dat onze vriend Ronald Tolkien in Engeland onlangs een gedicht geschreven heeft voor mister Lewis? Nemo kijkt verbaasd op. Hoe dat zo? Ach, dat vertel ik je nog wel. Gisteren kreeg ik een brief waarin het staat overgeschreven en vertaald in het Noors. Het begint zo:

Het hart van mensen, zo arglistig het kan zijn,
het is wijs met wijsheid die het zich herinnert…,
zo zwart omlijnd het hart kan zijn, toch is het niet onttroond:
er is licht van Een die het heeft bewoond,
de mens hij leeft in licht, zo gebroken als het is,
in tal van kleuren, eindeloos geschakeerd,
er is rood, er is wit…

Klinkt niet slecht, zegt Nemo. Hoewel ik liever Engels heb als het in Engels is geschreven, ik heb liever de oorspronkelijke tekst, de originele versie.. Jaja, zegt ze, dat weet ik wel, dat komt heus wel. En dan zet ik het in de bibliotheek links in de hoek op de tweede plank rechts van de deur, zegt Nemo. Helemaal goed zegt ze. It draws some wisdom from the only Wise.. and still recalls him.., mijmert ze hardop. Zie je wel, zegt Nemo, dat klinkt echt wel een heel beetje anders en ’t was ook anders! En ‘the only Wise’, wie is dat hé! Ja zegt Virginia, als je het mij vraagt is dat God als dichter, of als schrijver. Dat is wel mooi gedacht he? Weet je Nemo, wij leven in een verhaal, en volgens Tolkien en Lewis is dat het bijbelse verhaal, en weet je wat het ook is? Wij mogen zelf het laatste hoofdstuk schrijven.., dat heb ik van een rabbijn geleerd. Wow zegt Nemo, dus uw nieuwe boek is eigenlijk alleen maar een hoofdstuk, het laatste? Dat zeg je goed, Kleine Uitnodiger van me, en mijn boek is jouw boek. Yeah, zegt Nemo, maar dan heb ik het gevoel dat we nog maar net begonnen zijn dat hoofdstuk te schrijven, al is het dan het laatste, ik zie nog lang geen punt, er is nog veel te ontdekken, als je maar honger hebt. Ja dat klopt, zegt Virginia – zo waar ze mij Virginia Woolf noemen – maar kijk eens wie daar aankomen..

Over het perron nadert een gezelschap, zowel mannen als vrouwen. Er wordt niet gepraat, er wordt gezwegen. En het komt dichterbij. Het gezelschap stopt precies bij de bank waarop Virginia en Nemo zitten, maar met de rug naar hen toe. Staan ze nu te wachten? Ze kijken richting de bergtunnel. Nemo houdt zijn hand bij het oor van Virginia en fluistert: wie zijn dat? Ze fluistert terug: dat zijn de schrijvers, de schrijvers van naam.., ze zouden maar al te graag ons hoofdstuk willen schrijven.., en op een of andere manier zijn ze er achter gekomen dat Jon en Silje per trein hier zijn vertrokken.. en nu zijn ze bang voor zoiets als een writer’s block, je weet wel dat je niks meer te schrijven heb.. haha.., dat kan ons nooit overkomen.., want wij schrijven gewoon wat we willen schrijven en we hebben al een hele wereld geschapen, één met een Noordrijk en een Zuidrijk, en het Noordrijk is dus in Noordwijk gelokaliseerd, weet je nog?.. en het Zuidrijk.. tja, dat laat zich raden, zo moeilijk kan het niet zijn, la Judith la Judith you know, dat klinkt nogal Frans, en dus wordt het Parijs of ergens daar in de omgeving (zo groot is het land nu ook weer niet).., en waar Noord en Zuid is, daar is ook Oost en West, en als we die ook omlijnd hebben, kunnen we zeggen Thuis Best..

Sst, zegt Nemo (hij zit helemaal voorover gebogen en kijkt schuin opzij), u ging een beetje luider praten, dat moet u niet doen, u moet blijven fluisteren.. – o nee, daar zullen we het hebben.. één heeft ons gehoord, heeft ons horen fluisteren als praten een beetje.. hij is een schrijver die misschien afhankelijk is van wat mensen zeggen.., en ja hoor, dacht ik het niet, nu stapt hij op ons toe, één stap, twee stappen.. Dag meneer, zegt Nemo, de trein is al weg, er komt nog wel een andere, natuurlijk, ook een trein, maar een andere, op een ander tijdstip, maar toch, dit is een perron, en wie wacht wordt beloond, dat zult u misschien herkennen, gewoon uit eigen leven, zo jong bent u niet, maar vast wel zo oud, om dat, die waarheid te herkennen, het is de waarheid van… 

Virginia legt een hand op zijn mond, rustig maar jongen, zegt ze, en vervolgens zegt ze tegen de man die voor hen staat: Hij is een schrijver, en een schrijver komt nooit woorden tekort, die dienen zich aan, maar hij moet nog leren doseren en dat zouden ze tegenwoordig de schrijvers moeten doceren – begrijpt u het verschil? Tussen doseren en doceren? 

– Ah, zegt de man, jazeker wel, maar wat een toeval, ik ben ook schrijver, ik zal mij even voorstellen: ik ben Amos Oz, aangenaam – ja nogal een Oosterse naam, ik kom uit het Oostrijk, haha, let op: niet uit Oostenrijk, maar vandaar waar de wereld Morgenland heet, en hier zijn we in het Avondland toch? zo wordt het Europese land toch genoemd?