Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een Corona-briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Judith Visser.

Leendert! Of… aan ‘wie ben ik die dit schrijft?’

Wie ben ik die dit leest? Judith? Judith à la Judith? Of, liever gezegd, wie ben ik die hier gelezen wordt? Wat een fantastische brief, een brief waar ik mij graag door laat lezen. Niet een keer, maar vele malen. Een mens, en zeker een dominee, heeft dat zo nu en dan nodig. Gelezen worden. Meegenomen worden in een of meerdere diepe gedachten en daar dan een poosje zijn. En het is niet nodig dat alle gedachten begrepen worden, een mens krijgt er hoe dan ook nieuwe inzichten door. 

En nu, wie ben ik die dit schrijft? Want uiteraard kon Judith nu niet zomaar zelf dit antwoord schrijven. Ze schrijft wel, maar het is een ander, een derde, die schrijft. De gedachte die Judith helpt een antwoord te denken op jouw brief. Een gedachte is wonderlijk concreet schrijf je. En, hoe kan het anders, je hebt helemaal gelijk! 

Door het lezen van jouw brief stuurde deze gedachte mij naar een herinnering aan het bos, een klimbos om precies te zijn. Zo’n bos waarbij je op grote, grotere en grootste hoogten je het bos in kunt wagen op touwbruggetjes, klimwandjes, tokkelbaantjes, enzovoorts. Je beklimt de trap, je zekert jezelf met je tuigje aan de baan, je kijkt naar beneden (eigenlijk beter van niet) en je zet je eerste wankele stap. Ingehouden adem, je ogen spelen een spelletje want de grond ver beneden je lijkt wel een golfslagbad (je weet wel, van die zwembaden op vakantieparken), je zet de volgende stap. Je realiseert je dat het een stuk makkelijker wordt wanneer je ook uitademt en zet nog een stap. Aangekomen op het eerste platform, met een zenuwachtig lachje (tja, welke variant van Judith ook schrijft, die lach die blijft) knikkende knietjes, haak je jezelf aan de tokkelbaan, zak je voorzichtig door je knieën en glij je met een gil en een lach naar het volgende platform. Stapje voor stapje, ontdek je dat je meer kunt dan je dacht, groeit het plezier en het inzicht in hoe alle hindernissen op grote hoogte te trotseren.  

Precies dat gebeurt er wanneer je je door een brief, jouw brief, laat lezen. Ik ontvang je brief.  Pak een kopje koffie en ga er voor zitten. Ik kijk op  de klok (eigenlijk beter van niet) en begin te lezen. Ingehouden adem, wat heeft Leendert of ‘wie ben ik die dit schrijft’ nu toch geschreven? Ik lees verder en heb de eerste alinea gelezen. Oja, uitademen, en ik lees verder. Aangekomen bij het einde van jouw brief, een zenuwachtig lachje, wat gebeurt er nu? Geweldig, deze brief neemt mij mee naar grote, grotere en grootste hoogten. Voorzichtig kijk ik op de klok, en lees ik nog een keer. En steeds weer ontdek ik hoe er weer een wereld aan gedachten opengaat. 

Zijn het gedachten van Leendert? Zijn het gedachten van Judith? Wie zal het zeggen? Voor deze keer laat ik, als antwoordmens, het antwoord in het midden. Je mag het laten gebeuren. Door een boek gelezen worden of door een brief gelezen worden, is een ervaring die ik ieder mens gun.

Hartelijke collegiale groet,

Judith