Eind mei stelde de gemeenteraad het Bestemmingsplan Buitengebied 2017 vast. Vanaf 20 juli ligt het plan gedurende zes weken ‘ter visie’. Gedurende deze periode hebben indieners van één of meer zienswijze(n) de gelegenheid tegen de vaststelling in beroep te gaan bij de Raad van State. 

Reclamanten kunnen in beroep gaan tegen het vastgestelde bestemmingsplan, als zij het niet eens zijn met de manier waarop de zienswijze is afgehandeld of met een wijziging in het bestemmingsplan. Zij worden van de ter visielegging, en de mogelijkheden op de hoogte gesteld. Tegelijk worden zij geinformeerd over het feit dat er drie artikelen uit het bestemminsplan niet in werking treden

Het college van gedeputeerde staten heeft een zienswijze ingediend die niet volledig is overgenomen. Na de vaststelling is daarom het Bestemmingsplan Buitengebied 2017 aan het college van gedeputeerde staten toegezonden. Gedeputeerde Staten heeft daarop besloten een ‘reactieve aanwijzing’ tegen het bestemmingsplan te geven. Met deze aanwijzing treden drie artikelen niet in werking. Dit heeft betrekking op verzoeken tot vergroting van een agrarisch bouwvlak voor niet-grondgebonden bedrijven van 500 m2 tot 1,5 hectare.

Momenteel zijn er geen concrete verzoeken in behandeling. Als een ondernemer in de komende maanden wél een dergelijk verzoek indient, en dit wordt positief door de gemeente en de provincie beoordeeld, dan wordt de gemeenteraad gevraagd een afzonderlijk bestemmingsplan voor het betreffende perceel vast te stellen. Dit is zo tot het moment dat er weer een nieuwe regeling in het bestemmingsplan is opgenomen voor deze verzoeken.

Na afloop van de beroepstermijn van zes weken is het bestemmingsplan onherroepelijk. Verzoeken en plannen van ondernemers en burgers toetst de gemeente vanaf dat moment aan het nieuwe plan.