‘Wij voelen de druk op onze woningmarkt vanuit de Randstad. Je kunt in onze regio mooi in het groen wonen, met goede spoor- en wegverbindingen en lagere prijzen.’ Met name onder de eigen bevolking is de vraag naar sociale huurwoningen enorm gestegen. ‘In Nijkerk moet je nu al 6 à 7 jaar wachten. Je ziet hier mensen van 28 die noodgedwongen nog bij hun ouders wonen.’ Dat stelt scheidend wethouder Harke Dijksterhuis in Aedes Magazine, het blad van de gezamenlijke woningbouwcorporaties. Elke 2 maanden is er bestuurlijk overleg over bouwen en wonen waarbij ook de corporaties aan tafel zitten. ‘Binnen een regionaal actieprogramma werken we samen aan verschillende projecten.’ Dat is hard nodig want tot 2040 moeten er in de regio maar liefst 40.000 nieuwe woningen bij komen. Er wordt gewerkt aan een convenant met corporaties, projectontwikkelaars en beleggers om harde afspraken te maken. De corporaties zijn hierbij onmisbaar, zegt Dijksterhuis. ‘Alleen al vanwege de opgave van 30 tot 35% sociale huur bij nieuwbouw.’

Tijdens de bijeenkomsten wordt veel kennis gedeeld. ‘Corporaties nemen zelf initiatieven; binnenkort gaan we met de samenwerkende corporaties op excursie in Wageningen, kijken naar de warmtetransitie in sociale huurwoningen. Ik zie dat corporaties echt een vliegwiel kunnen zijn voor de transitie.’ Wat corporaties vooral inbrengen, zegt Dijksterhuis, is de stem van de samenleving. ‘Zij staan dicht bij huurders, weten wat er leeft onder mensen met de lagere inkomens. Ze zorgen voor een realiteitscheck.’

Hij noemt meer voorbeelden van goede samenwerking in zijn regio. ’Anders Wonen, waarbij een aantal gemeenten samen met corporaties woonvormen neerzetten voor mensen die nergens meer terecht kunnen. We werken ook aan huisvesting voor arbeidsmigranten en we hebben in Nijkerk net een project afgerond met 50 tiny houses voor starters.’ Dat project bewijst hoe hoog de nood is, stelt hij. ‘Er waren 800 gegadigden.’ Dijksterhuis is blij dat er een nieuw kabinet is. ‘De afbouw van de verhuurderheffing geeft lucht. Dat er een nieuw ministerie voor woningbouw is opgericht, bewijst dat de regering het onderwerp serieus neemt.’ ‘Wij weten wat er leeft bij de inwoners, kennen de locaties, de projectontwikkelaars en corporaties’.
Tegelijkertijd is hij waakzaam. ‘Als het Rijk zegt: ‘Plemp daar maar 40.000 woningen neer’, dan gaat het niet goed. Laten we het vooral samen doen en de ideeën uit de regio leidend laten zijn. Dat is de enige manier om met draagvlak betaalbare woningen te realiseren. Wij weten wat er leeft bij de inwoners, kennen de locaties, de projectontwikkelaars en corporaties.’ De urgentie wordt gevoeld bij de regering stelt hij. ‘Maar het woonprobleem los je niet in 2 jaar op. Er moeten ook mensen zijn om plannen te maken en die woningen te bouwen. Dat kan weleens de echte bottleneck worden.’