Veel kinderen in de gemeente Nijkerk krijgen thuisonderwijs en kinderopvang is alleen nog mogelijk bij vitale beroepen. Verantwoordelijk wethouder Nadya Aboyaakoub is blij dat het in Nijkerk zo goed wordt opgepakt. ‘Ik wil iedereen die in de kinderopvang werkt grote complimenten geven voor hun werk, want het is best wel een hell of a job. Hoe het wordt opgetuigd en georganiseerd heb ik van dichtbij meegemaakt in een Whatsapp-groep. Ik ben erg zwaar onder de indruk hoe het loopt. Het is prachtig hoe dit kan: samenwerken, de krachten bundelen. Dat gaat heel goed. Er zijn veel ouders die gebruik maken van de opvang. En de opvang kan het ook aan. Dat is relaxed. De kracht van het netwerk, bijvoorbeeld de familie, is in staat om kinderen op te vangen, als ouders gaan werken. Ik ben blij dat we zo’n veerkrachtige samenleving hebben. Hulde ook aan alle ouders. Ik ben zelf ouder en ik voel het aan den lijve om twee kinderen in de structuur te zetten en thuisonderwijs te bieden. Ik weet van de verhalen dat het vaak goed gaat. Af en toe moet je helpen. Dus ook hulde voor alle ouders. Er is enorm veel respect voor de leerkrachten in het onderwijs en je ziet hoe hard deze mensen nodig zijn.’

Misschien dat deze ervaring van thuisonderwijs meer doet voor het respect voor het onderwijs dan vijf keer het Malieveld vol.

Nadya Aboyaakoub: ‘Ik had al veel respect voor het onderwijs, maar zo’n opgave door ouders te laten vervullen, is gewoon immens. Veel respect voor de onderwijsmensen en zeker ook de kinderopvang. Die vangen de jongste kinderen op en dat is een nobele taak, want daardoor kunnen ouders gewoon  blijven werken.’

Net als veel ambtenaren werkt wethouder Nadya Aboyaakoub thuis, onder het motto: Blijf thuis als je buiten niets te zoeken hebt. Zelfs het vermanen van veelvuldig rondhangende jongeren is nog niet echt nodig geweest. Nadya Aboyaakoub: Ik moet zeggen dat het goed gaat. Onze jeugd houdt zich goed aan de regels, in die zin dat ze niet massaal op straat zijn. Het komt natuurlijk wel voor dat er jongens en meisjes in groepjes van 3 of 4 staan of voetballen. Daarvan doen we een appèl om de afstand te bewaren. Het is niet verboden voor kinderen om buiten te spelen, maar liever niet, als je daarmee onnodig mensen in gevaar brengt. Op het moment dat er grotere groepen staan, dan zijn onze toezichthouders en de medewerkers van jeugd en jongerenwerk de partij die met deze jongeren in gesprek gaan. Dat doen ze ook.’ De locaties waar jongeren in principe bijeen kunnen komen worden tweemaal per dag bezocht. Het bleek rustig en jongeren houden zich aan de regels. Nadya Aboyaakoub: ‘Wat ik er mooi aan vind, is dat ook jongeren de ernst en noodzaak van de maatregelen inzien.’

Interview Jan Steven Eilander

Bewerkt door Kees van den Heuvel