Regio Foodvalley wil in 2050 een energieneutrale regio zijn. In het nationale Klimaatakkoord is de afspraak gemaakt dat in 30 regio’s, waaronder Regio Foodvalley, een energiestrategie wordt ontwikkeld. In de Regionale Energiestrategie (RES) moeten regio’s onderbouwd aangeven hoeveel duurzame energie er in 2030 opgewekt kan worden. Ook warmte in de gebouwde omgeving en de benodigde opslag en energie-infrastructuur komen aan bod. De RES heeft een horizon van 2030 met een doorkijk naar 2050.

De overheden in Regio Foodvalley (provincies Gelderland en Utrecht, Waterschap Vallei en Veluwe en acht regiogemeenten, waaronder Nijkerk) verwachten de RES in 2021 te kunnen vaststellen na een zorgvuldig proces met stakeholders. Volgens de afspraken in het Klimaatakkoord willen de 30 regio’s in Nederland samen uiteindelijk tot een duurzame opwek op land te komen van 35 TWH. De Regio Foodvalley volgt bovendien de afgesproken doelstelling in het Gelders Energie Akkoord, namelijk 55% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990.

Startdocument

Als eerste stap in het proces hebben de overheden met de belangrijkste partners een Startdocument RES Foodvalley opgesteld. In dit document is het doel, de organisatie, het proces en de planning van de RES uitgewerkt. Het is de bedoeling dat de gemeenteraden en provinciale staten in het najaar van 2019 een besluit nemen over het Startdocument met de uitgangspunten voor de Regionale Energiestrategie. 

Participatie

Het Startdocument is ontstaan na intensief overleg tussen gemeenten, provincies, waterschappen en de netwerkbeheerders. Ten slotte heeft een Startconferentie op 17 mei, waarbij een groep van circa 60 vertegenwoordigers van (publieke, private en maatschappelijke) stakeholders aanwezig was, gezorgd voor de laatste waardevolle input aan het Startdocument.

In het Startdocument wordt voorgesteld een intensief proces met belanghebbenden te starten. Inhoudelijke keuzes over de RES worden voorbereid in een Stakeholderoverleg, waarin publieke partijen en vertegenwoordigers van belangen vertegenwoordigd zijn. Daarnaast worden ateliers en lokale gesprekken georganiseerd. Tijdens de Startconferentie is deze vorm van participatie als zeer gewenst door alle partijen naar voren gekomen.