Hieronder de toespraak die burgemeester Tinet de Jonge zondagavond 4 mei uitsprak tijdens de Dodenherdenking in het Van Reenenpark in Nijkerk.
,,Ik wil u vragen eens naar de persoon naast u te kijken. Naar de persoon die voor u zit of staat, of juist achter u. Misschien is het een geliefde, een kennis of juist een onbekende. Ik weet niet veel over de persoon die daar zit. Eén ding weet ik wel. Het is een mens van vlees en bloed.
Iemand die op die stoel kan zitten of daar kan staan omdat hij of zij opa’s en oma’s heeft.
In dit bijzondere jaar waarin we 80 jaar vrijheid vieren ben ik de afgelopen maanden steeds geconfronteerd met verhalen van voorouders die nooit voorouders werden. Mannen en vrouwen die ooit opa’s en oma’s zouden zijn maar die niet eens vader of moeder mochten worden.
Ik denk aan de familie Fortuijn. Abraham, Izaak, Leo, Kaatje, Jetje. Een heel gezin, vermoord.
Of aan Jansje Mok. Zij werd 27 jaar. Ze was apothekersassistent. En zo zijn er te veel namen om te noemen.
Maar al zijn het er velen, we mogen nooit vergeten dat het zoons, dochters, neven, vaders of oma’s waren. Dat ieder een eigen, een echt, leven had.
Stoelen die vandaag de dag niet gevuld worden. Daar word ik stil van.
Stoelen van een nageslacht dat vanwege afkomst of geaardheid nooit geboren mocht worden.
Of lege stoelen waar wij aan te danken hebben dat wij hier vandaag in vrijheid aanwezig kunnen zijn.
Vandaag herdenken we de mensen die overleden zijn tijdens een oorlog die soms zo ver weg lijkt.
Slechts denken aan hoe levens hadden kunnen verlopen, is ontoereikend.
Het doet die mensen die stierven voor vrijheid of door onderdrukking onvoldoende recht.
Daarom vraag ik vanavond: zie elkaar. Spreek je uit. Sta op als dat nodig is.
Voor hen. Voor elkaar. Voor het bewaren van dat wat ons lief is. Vrijheid lijkt soms zo vanzelfsprekend.
We leven, werken, vieren, protesteren, houden van – allemaal in vrijheid.
Een vrijheid die gebouwd is op dappere daden van anderen. Op opofferingen van overledenen maar ook opofferingen van overlevenden.
En het is aan ons om in de geest van die daden en opofferingen keuzes te maken die de kwetsbare vrijheid beschermen.
We leven in een tijd waarin woorden opnieuw kunnen splijten.
Waarin angst soms luider spreekt dan mededogen.
Het is makkelijk om in vrijheid te leven als de wereld mooi is. Als we een feest kunnen vieren of omringt zijn door welvaart. Maar juist nu vraagt vrijheid om iets van ons.
Het vraagt het om moed. Niet de moed van helden, maar de moed van mensen. Van u en van mij om zo op de schouders te kunnen staan van onze voorouders.
Het vraagt om mensen die zien. Die spreken. Die opstaan. Dus Zie elkaar. Spreek je uit. Sta op als dat nodig is.
We mogen verschillend denken. Anders naar de wereld kijken. Dat is wat vrijheid ons geeft.
Maar ik daag u vanavond uit: kijk niet naar de verschillen die ons tegenover elkaar zetten.
Kijk naar de overeenkomsten die ons binden.
Want uiteindelijk weet u wat ik weet, we zijn we allemaal een mens van vlees en bloed.
Samen mogen we ons inzetten om de herhaling van het verleden te voorkomen.
We herdenken niet om stil te blijven staan.
We herdenken om vooruit te gaan – bewust, verbonden, alert.
Twee lege stoelen.
Ze staan hier.
Niet alleen als herinnering aan wie er niet meer is,
maar ook als uitnodiging aan ons:
Om verantwoordelijkheid te nemen voor de vrijheid die we kregen.
Wat doen wij met de stoel die wij vandaag mogen bezetten?
Want uiteindelijk is vrijheid niet van mij, of van u, vrijheid is van ons samen. Sterker… zonder een samen kunnen we niet over vrijheid spreken.
Laten we haar koesteren. Laten we haar beschermen.
En laten we haar telkens opnieuw bewust kiezen.
Zie elkaar. Spreek je uit. Sta op als dat nodig is.”
Foto Matthias van Bloemendaal