Rody van de Beek, broertje van Ajacied Donny van de Beek, had één grote wens. Hij wilde vóór zijn achttiende verjaardag het debuut maken in het eerste elftal van Veensche Boys. Hij had er zelfs een weddenschap voor afgesloten met zijn opa Cor. En het is de zeventienjarige Rody ook gelukt. Weliswaar was zijn debuut kort van duur, maar hij heeft er mede aan bijgedragen dat Veensche Boys met 1-2 wist te winnen van FC Almere. Rody van de Beek: Het leek me mooi om voor mijn achttiende in het eerste te staan. Het was een afspraak met mijn opa dat ik zou debuteren. Dat is gelukt.

Eigenlijk is jouw positie achterin, maar nu moest je in de spits staan als wissel van Yannick Bouw.

Rody van de Beek: Normaal gesproken sta ik middenveld achterin, ja. Het was arbeid leveren voor de laatste paar minuten.

Je had een opdracht natuurlijk.

Rody van de Beek: Tijd rekken en onrust veroorzaken zodat FC Almere niet meer in het spel voorkwam. Ik vond het spel in het begin van de eerste helft een beetje matig, en daarna groeiden we er meer in en hadden we het eerder af kunnen maken. We hadden al veel eerder de 1-3 of 1-4 kunnen maken. Maar dat deden we niet en toen was het op het laatst nog billenknijpen.

Je had ook van nut kunnen zijn in de A1, want ook daar was het billenknijpen.

Rody van de Beek: Toch voetbalde ik liever hier. Bij de A1 spelen we nergens meer om.

Denk je dat je de komende wedstrijden nog wordt opgeroepen voor het eerste elftal?

Rody van de Beek: Dat weet ik niet. Laten we het hopen.

Wil je dan voorin of achterin spelen?

Rody van de Beek: Dat maakt mij niet uit. Ik vind het overal wel leuk om te spelen.

Interview en foto’s Kees van den Heuvel