Gemeente Nijkerk heeft een extern, onafhankelijk onderzoeker opdracht gegeven de handelwijze te onderzoeken van de gemeente met betrekking tot gemeentelijk Joods vastgoed in Nijkerk in de periode tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog.

De ontrechting, het afnemen van eigendom van huis en bezit, was na de Tweede Wereldoorlog voor de landelijke overheid reden tot rechtsherstel. Joodse overlevenden en nabestaanden moesten vaak veel inspanningen plegen om hun bezittingen terug te krijgen. Ook kwam het voor dat naheffingen van belastingen werden geheven over periodes dat de Joodse eigenaren de panden niet hadden kunnen bewonen vanwege deportatie.

Qua omvang is van Nijkerk bekend dat rond 1940 op ongeveer 20 adressen Joodse inwoners hebben gewoond. Of deze woningen eigendom waren of werden gehuurd, moet worden uitgezocht. Het bedrijfsmatig onroerend goed waaronder eventueel landbezit, wat nog niet in kaart is gebracht, wordt bij dit onderzoek betrokken. Een lokaal onderzoek kan de details van Nijkerkse ontrechting en rechtsherstel naar boven halen en de positie van de gemeente Nijkerk in beeld brengen.

Externe onderzoeker

Omdat het handelen van de gemeente Nijkerk zelf centraal staat, is het onderzoek gebaat bij objectiviteit en transparantie. Daarom wordt het onderzoek extern uitgevoerd, door dr. Anton van Renssen. Hij is goed bekend met de Nijkerkse historie en wordt ondersteund door een begeleidingscommissie. De commissie bestaat uit een vertegenwoordiging van de Nederlands-Israëlitische Gemeente Amersfoort (hier valt Nijkerk ook onder), lokale kennisdragers van de Joodse historie, een vertegenwoordiging van de gemeentelijke archiefbewaarplaats Nijkerk en ambtenaren van de gemeente Nijkerk. 

Achtergrond

De aandacht voor de gemeentelijke rol inzake ontrechting en rechtsherstel ontstond in 2013, nadat uit een vondst in het Amsterdamse archief bleek dat na de oorlog ten onrechte erfpachtboetes werden opgelegd aan overlevenden en nabestaanden van Joodse inwoners. De gemeente Amsterdam startte een onderzoek naar haar eigen handelen, uitgevoerd door het NIOD, waarna ook Den Haag, Rotterdam en Utrecht volgden. Het Centraal Joods Overleg vroeg in 2019 aan alle gemeentes in Nederland met een voormalig Joods gemeenschap, zo’n onderzoek te starten. Steeds meer gemeenten volgen de oproep tot het doen van dit onderzoek. 

Het onderzoek naar het Joods vastgoed kan in het najaar van 2022 worden afgerond, afhankelijk van vondsten in de archieven die eventueel meer tijd nodig hebben. Het totale proces zal ongeveer een jaar in beslag nemen.