Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Leendert van der Sluijs.

Help help Judith!

Even snel nog dit briefje, ik weet niet of ik je ooit nog brieven kan schrijven! Ik ben namelijk in een verhaal verzeild geraakt en ik weet waarlijk niet hoe dat eindigen zal, en ook niet wanneer! Ik zal je het begin hieronder geven, ‘k ben ook nog niet verder gekomen dan dit begin, maar ik kan er niet uit terug, dat zul je begrijpen, zeker nadat je die boektitel van Joke van Leeuwen waar je laatst (snik) over schreef.. gevonden hebt, teruggevonden.. en nu dit…

Wat we kunnen doen is proberen de ‘bladzijden’ van dit verhaal langzaam om te slaan, ik bedoel met de snelheid van een feuilleton, weet je wel? Maar alsjeblieft, laat me niet alleen verdwalen, als jij nu ook dit verhaal binnenstapt kunnen we uitvinden hoe het eindigen zal. Ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoel. Ik moet dit een beetje haastig schrijven, want die eerste ‘bladzijde’ (een brieflengte lang!) is al bijna op punt van omslaan

Ik bedoel: de regelmaat van het omslaan moet te houden zijn op de regelmaat die we hadden met de brieven, dus tweemaal weeks, maar alleen als jij ook durft

Ik zie het wel, of ik bedoel: ik zie je wel??! Judith!

FEUILLETON VOOR TWEEMAAL WEEKS, EEN VERHAAL GESCHREVEN DOOR EEN OF TWEE SCHRIJVERS, VOORALSNOG ZONDER TITEL…

  1. In de stad Oslo deden Jon en Silje in het jaar 2021 de vreemdste ontdekking die ze ook maar ooit voor mogelijk hadden gehouden. Of het waren er eigenlijk wel twee: de eerste was dat je een verhaal kunt schrijven zoals jij het wilt, je hoeft niet altijd per se naar anderen te luisteren of je te houden aan de regels die algemeen geldig zijn, je mag best uitzonderingen maken, en je mag ook best heel veel uitzonderingen maken, en misschien wel zo veel dat je eigenlijk alleen nog maar uitzonderingen maakt, zodat je dus bijna vergeet hoe ook al weer de regels de regels de regels! waren. Dat was de eerste ontdekking. En omdat ze die ontdekking nog niet echt eerder hadden gedaan was het een vreemde ontdekking, dat begrijpt iedereen die weleens vreemde ontdekkingen heeft gedaan. Het zijn van die ontdekkingen waarvan je het bestaan niet eens kon vermoeden eigenlijk.

Maar de tweede ontdekking was ook echt vreemd! Het begon in hun eigen straat. Omdat Jon en Silje bijna buurjongen en buurmeisje waren, er zaten ongeveer drie huizen tussen waar ze woonden, tussen de huizen waar hij hier en zij daar woonde (soms dachten ze vier, want dan telden ze vier deuren.., maar daarover straks meer, verderop in het verhaal, op het moment dat ze denken vier huizen te kunnen tellen met vier deuren) – omdat ze dus in een en dezelfde straat woonden, een straat met huizen hier en huizen daar, aan deze kant en aan de overkant, recht tegenover elkaar, maar ook diagonaal, zoals huizen in een straat in een stad in een stad als Oslo nu eenmaal met elkaar verbonden zijn – omdat dit feit een feit was bijna meer dan elk ander feit, gingen Jon en Silje tegelijkertijd naar de school waar ze als kinderen van 10 jaar oud les kregen, en ze liepen, want zo ver was het niet lopen, en ze liepen samen want ze zaten in dezelfde groep, in de groep van kinderen die 10 waren. Maar nu hun ontdekking! In 2021 praatte iedereen, echt iederéén, over quarantainetijd – een soort van nieuwe eindeloze tijd, zoals ooit de prehistorie (toen wisten ze ook niet wanneer dat zou stoppen). Je kon om de haverklap ziek-worden door een virus dat zich steeds beter wist te verstoppen, en dus ging je om de haverklap in quarantaine, als je er ziek van was, of als je klachten had, of als er mensen in je huis er ziek van waren of klachten hadden. Huizen waar dus de hele dag de deuren dicht bleven, waren quarantaine-huizen. 

De ontdekking die Jon en Silje deden, was nou niet dat ze precies konden aanwijzen welke huizen vandaag wel en welke niet quarantaine-waardig waren, maar de ontdekking was werkelijk de vreemdste die ze ooit ook maar voor mogelijk hadden gehouden: ze hoefden maar een poosje samen naar een deur te staren.. of het huis verdween! De eerste keer dat het gebeurde keken ze elkaar aan op de manier van zie jij ook niet wat ik niet meer zie?! Er stond alleen nog een deur… Zoals je dat weleens op een plaatje ziet, alleen een deur in een open landschap… Je kunt erdoor naar binnen en buiten, terwijl je gewoon met alles buiten blijft, in de vrijheid, in de open lucht, in dat open landschap… Maar hun vreemdste ontdekking zou niet de vreemdste zijn als ze ook niet ontdekten dat ze samen achter elke deur (zonder huis) een ander huis ontdekten, en dus achter elke deur een eigen verhaal. Je moest alleen opletten door welke deur je nou precies naar binnenging, om te weten welk huis je binnenging… En je moest natuurlijk ook op elkáár letten, je moest wel steeds door één deur…

En dus keek Jon achterom. Hij zei: kom je Silje? Zie jij wat ik zie? Dit is een huis met alleen maar boeken, en er is niemand thuis!

Silje knikte. Ja zei ze, zo wauw hé! Ze pakten elkaar bij de hand en gingen naar binnen.

(wordt vervolgd; de eerste aflevering van deze feuilleton is nauwkeurig op letter, komma en punt geredigeerd en in eigen woorden weergegeven door Leendert, voorheen brievenschrijver)