Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Judith Visser.

Ha Leendert!

Yes, muziek! Daar hou ik van. Het spreekt weer een heel andere taal dan onze gesproken woorden, precies zoals jij schrijft. En wat een prachtig lied noem jij, ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’, die ken ik zeker wel. Een lied om je al zingend in de stilte te begeven, de heilige stilte bij God, prachtig. Ik denk dat het heel goed mogelijk is dat er aan het begin eerst het zingen was en daarna pas het praten. Dan moet ik gelijk weer aan Aslan denken, uit de Narnia kronieken, hoe hij de wereld Narnia zingend schiep, prachtig toch?

Soms zijn er ook vieringen in de kerk waar bij je zou wensen dat je ze alleen zou kunnen vieren met muziek, en tussendoor een aantal Schriftlezingen. Als je dan ook nog gaat praten en uitleggen als dominee, dan krijg ik soms het gevoel dat je alleen maar afdoet aan wat er in zo’n viering gebeurt. Ik denk dan vooral de vieringen in de week voor Pasen. Zo mooi hoe je dan met hulp van muziek en de Bijbelverhalen je helemaal kunt voorbereiden op het grote Paasfeest. Maar ook zo’n Choral Evensong als jij hebt gedaan leent zich daar heel mooi voor. 

En ik ben eigenlijk wel benieuwd of jij zelf ook muziek kunt maken? Een instrument? Of zingen? Ik heb vroeger, als kind, piano les gehad. Muzikale opvoeding was een dingetje van mijn vader. Ik heb het best een poos volgehouden, maar op een gegeven moment was ik het helemaal zat. Toen besloot ik zelf dat ik wel gitaar wilde spelen, dat was toen meer mijn ding. Ik heb zelfs nog een poosje in een bandje in de kerk gespeeld, gitaar en later basgitaar. Wat voelde dat stoer toen! Toen ik afscheid nam van de band kreeg ik de basgitaar mee, gesigneerd door alle bandleden. Ik heb hem nog steeds! En ik vind het nog steeds een beetje stoer.

Je vraagt naar mijn lievelingslied… dat vind ik best een lastige vraag! Er is zoveel mooie muziek. En je hebt muziek waar je van ontspant, muziek die je druk maakt, die je opzweept, muziek die je boos maakt of verdrietig. Oja, by the way, heb je al naar Björks ‘It’s oh so quiet’ gekeken? Het is niet mijn lievelingsliedje, maar wel een liedje waar ik helemaal vrolijk en blij van wordt. En zondag in de kerk hebben we met elkaar geluisterd naar ‘De heer van de dans’, lied 839 uit het Nieuwe Liedboek. Ook weer zo’n prachtig lied, eentje die mij blij maakt. Ik hoop dat ik je niet teleurstel als ik eerlijk opbiecht dat ik niet zo thuis ben in de klassieke muziek. Ik vind het weliswaar prachtig, en vooral muziek met een cello kan mij echt vasthouden en meenemen, maar ik heb geen idee hoe de stukken heten en wie ze gemaakt heeft. Nou vooruit een klassieker ken ik wel, maar dat heeft ook te maken met mijn liefde voor ballet: Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Je weet wel, hij heeft de muziek voor het Zwanenmeer en de Notenkraker bijvoorbeeld geschreven, prachtig! Als ik die muziek hoor zie ik de ballerina’s over het toneel gaan.

Ah en dan nog even iets over die lummeltijd, dat is toch iets wat we allemaal nodig hebben! Maar waar we ons bijna geen tijd en ruimte voor gunnen. Het tempo in onze samenleving ligt hoog, vind ik tenminste. En tijd en ruimte om gewoon eens een half uurtje uit het raam te staren of gewoon naar een onbekend dorpje gaan en daar rond te struinen is er bijna niet. En we hebben het zo nodig! Of, ik heb het zo nodig! Als ik dat doe, dan beginnen ineens de ideeën op te borrelen, dan word ik creatief en daarmee word ik blij en kan ik ook anderen blij maken.

Leendert, wat hebben we al een hoop brieven geschreven. Dit is al mijn 38e brief aan jou, zeer gewaardeerde collega! Best bijzonder eigenlijk, al zeg ik het zelf.

Collegiale greetz,

Judith