Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Leendert van der Sluijs.

Ha Judith,

Mooi om te lezen wat stilte met jou deed en doet! En hoe je stilte een gevulde stilte kunt laten zijn! De zangeres Björk ken ik niet (‘k ga nog kijken!), maar je brief herinnerde mij aan de verzamelbundel liedteksten van Huub Oosterhuis. Ik bedoel de bundel ‘Stilte zingen’. De titel loopt weg uit de regel ‘Stilte zingen had ik U beloofd.’ Al bladerend in de bundel stuitte ik op het lied dat ik het mooist vind: ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’, je kent het vast, ‘voortijdig licht waarin wij staan’. Ik hoor nu een ver zingen, hoor jij het ook? Dat brengt me op de gedachte dat we als mensen geschapen zijn om naar muziek te luisteren. Misschien was er aan het begin der tijden eerst het zingen en daarna het praten. Zou dat kunnen? Ooit stelden de mensen elkaar zingend vragen en werd er zingend geantwoord. Dat moet geweldig mooi zijn geweest! Nog altijd zeggen we als we blij verrast worden door wat iemand zegt: ‘Dat klinkt me als muziek in de oren!’ Overigens zit vooral in het Engels nog veel muziek, you know. Die taal kun je niet spreken zonder te zingen.

Maar muziek dus! Alles zou muziek moeten zijn! En zou het ook niet zo zijn dat muziek tot ware verstilling leidt? Het is niet letterlijk stil, maar al luisterend word je stil… Afgelopen zondag mocht ik in Bussum een Choral Evensong leiden en toen overkwam het me! Er was een cantor en een koor en wat ik te zeggen had gingen zij zingen, en zoveel béter dan wat ik te zeggen had! Het bracht niet alleen mij tot verstilling (na afloop), maar ook alle aanwezigen. Mensen durfden alleen nog fluisteren, deden stilletjes hun jassen aan. Voor even was ons alle luidruchtigheid afgeleerd.

Iets heel anders is dat Tommy Wieringa, de grote bekende schrijver, een nieuw boek heeft. Het is een verzameling columns van hem, onder de titel ‘Gedachten over onze tijd’. En weet je wat ik las? Dat hij er af en toe toe wordt gedreven te lummelen! Hij heeft het over de tienduizend dingen, ‘niets dan verplichtingen zover ik kon kijken’. Op weg naar huis in de auto kreeg hij het lumineuze idee ergens zomaar een afslag te nemen en in een dorpje wat tijd te verlummelen, dat wil zeggen: hij zou zich laten verrassen door wat hem overkomen zou. Het geval wilde dat hij eenmaal daar gekomen ‘de klokjes van de gereformeerde kerk’ hoorde luiden, niet voor een begrafenis maar voor een trouwdienst! In de hal van de kerk las hij de liturgie, hij hoorde het orgel spelen en iemand vroeg ‘zoekt u iets?’ Zijn antwoord was: ‘Nee, dank u wel, zoals het nu is, is het precies goed.’ – Mooi, zoals de dingen kunnen gaan! Misschien wel juist als je jezelf het lummelen gunt.

Maar om op de muziek terug te komen, welk lied/liedje is jouw mooiste? En gun je jezelf tijd tot luisteren? Naar Leonard Cohen bijvoorbeeld? Of heb je muziek niet om naar te luisteren, maar om te kunnen werken? Voor dit laatste heb ik meestal een cantate van Bach, en niet een liedje van Cohen. 

Ik zie uit naar je volgende schrijven. Laat het zo’n liedje zijn! Woorden die rondzingen, woorden waar je van gaat neuriën, fluiten. In de hoop dat velen met wat je schrijft willen instemmen. Wie er nog niet aan toe is kan er op afstemmen!

Greetz,

Leendert