Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Judith Visser.

Wow, Leendert,

prachtig zoals jij met woorden kunt spelen! 

Stilte kan echt iets moois zijn he? Aan jouw woorden lees ik wel af dat jij dat ook zo herkent.

En weet je, ik moest in alle stilte ook ineens aan een grappige stilte denken. Ja, sorry, je kent me inmiddels een beetje, een dag niet gelachen is een dag niet geleefd! Maar ken jij Björk Guđmundsdóttir? Nou ja, als je het mij zo zou vragen zou ik het ook niet weten hoor. Maar de IJslandse zangeres Björk ken je misschien wel? En die bedoel ik dus.  Ik vind het geweldige muziek. ‘t Is al van een poosje geleden, ik ben ook de jongste niet meer. Maar zij bracht in 1995 (de vorige eeuw!?) het lied ‘It’s oh so quiet’ uit. Geweldig hoe ze in dat lied speelt met stilte en kabaal, en dat allemaal vanuit je hart. Ze zingt erover hoe je zelf van binnen heerlijk kunt genieten van een vredige stilte…. Tot… Pats Boem… totdat je verliefd wordt! Haha, en dan als het weer voorbij gaat wordt het weer stil… shhhh.

Het heeft helemaal niets te maken met de stilte waar wij het over hadden, maar toch, als het om stilte gaat moet ik ook altijd aan dit lied denken. De geweldige videoclip die Björk erbij gemaakt heeft helpt ook hoor, ik kan je aanraden die eens te bekijken.

Toch houdt de stilte mij bezig, het heeft iets bijzonders, omdat het zoveel met mensen doet. De een kan er tegen, de ander niet. Sommige mensen voelen zich als herboren na een tijd van stilte en anderen worden er gillend gek van. Tijdens de kerkdienst, in mijn eigen gemeente of elders, vind ik het ook vaak lastig inschatten hoe lang ik de stilte kan laten duren tijdens het gebed bijvoorbeeld. Ik probeer me niet te veel over te geven aan de stilte, omdat je soms al snel gekuch en geschuifel hoort van mensen die zich er geen raad mee weten. En als ik dan nog diep in de stilte zit lukt het me niet zo gauw om verder te gaan, voor deze mensen. En ik heb het stil-zijn ook moeten leren. Ik vond het eerder nooit zo makkelijk of weldadig, ik begreep er niets van, hoe kun je je nou beter gaan voelen door alleen maar stil te worden? Als ik stil werd dan schoten mijn gedachten zo wild alle kanten uit dat ik er letterlijk misselijk van werd. En hoe harder ik probeerde die gedachten tegen te houden, hoe wilder ze werden zo leek het wel. In mijn studententijd deed ik eens mee met een adventsproject van de studenten Ekklesia (de studenten kerk dus), Karin Broeke (welbekend, toch?) was daar toen een van de predikanten. Met gebed, Bijbel lezen, stilte(!) en daarna een gezamenlijke maaltijd bereiden we ons voor op het grote Kerstfeest. Naderhand zei ze nog dat ze met me te doen had, omdat de onrust om mij heen gonsde tijdens de stilte momenten en het aan alle kanten duidelijk was dat ik daar echt niets mee kon, zo lief van haar.  

Maar toen gaf iemand mij eens de tip om je gedachten juist te laten komen… en weer voorbij te laten gaan, zonder je daar al te veel druk om te maken. Dat was voor mij een gouden tip! Eindelijk ontstond er in de stilte een weldadige rust, waarin ineens ruimte kwam voor scheppende gedachten (nog zo’n mooie uitdrukking van Romano Guardini!). En een van die mooie gedachten die ik in de stilte kreeg was dat ook ik er mag zijn, met al mijn drukke gedachten, met mijn lach, ook als mijn hoofd soms zo vol zit dat ik het even niet meer zie, ik mag gewoon ik zijn, precies zoals ik ben, want zo heeft de Schepper mij gemaakt!

Nou, dit lijkt me een mooie afsluiting van deze brief, ik kijk uit naar je nieuwe schrijfsels!

Hartelijke collegiale groet,

Judith