Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Leendert van der Sluijs.

Ha Judith,

Dank voor je brief! Wat een opluchting: alle problemen worden vanzelf opgelost, want alles verandert. Ik vind dat een grote geruststelling. Heb altijd wel een beetje moeite met het woordje ‘alles’, gelukkig gebruik jij het niet in je brief, want als je er heel diep over nadenkt dan betekent alles zoveel als niks. Dat is het enige wat ik van de filosofie-lessen destijds in het roemruchte Utrecht (met een status die vergelijken met Leiden moeilijk maakt, puhhhhh!) heb onthouden. Als je met alles echt alles bedoelt, blijft er niks over voor wat anders, valt elk onderscheid weg, en is alles dus een eindeloos niet te overzien alles, waardoor je niet kunt zeggen ‘dit is alles’, ergo: alles = niks (kun je het ook nog omdraaien: niks = alles, en dan heb je nog steeds niks of daarmee alles gezegd; dus inderdaad, ‘t beste is het woordje ‘alles’ vermijden – of lees anders Derrida nog eens, die wist er alles van, pardon: niks dus..). 

Ehm, waar waren we? O ja, dat er altijd zoveel verandert. En ook hoe het verder moet met de vegetariërs. We weten het niet! We kunnen ze niet helpen. Jij niet. Ik niet. Niemand niet. ’t Enige wat misschien zou kunnen helpen is dat de wereld zo zou veranderen dat de dieren zich gaan afvragen hoe het menselijke zou smaken, en dat ze tot de conclusie zouden komen dat het onsmakelijk is – dan krijgen de vlees-mijders alsnog gelijk, maar zo ver zijn we nog lang niet. Maar voor nu geldt, Judith, dat het allerbeste is dat we naar jou luisteren. Jij stelt voor dat we hier geen woorden meer aan vuil maken. En gelijk heb je. We hebben het er niet meer over. Eerlijk gezegd moet ik al diep in m’n geheugen graven om nog te herinneren waarover onze hoogoplopende discussie nu precies over ging. Gelukkig maar, dat helpt ook tegen boosheid: dat je denkt waar hadden we het eigenlijk over. En hoe meer je je krampachtig probeert te herinneren waar het op vastzat, hoe meer je ook tot de ontdekking komt dat boosheid dwaasheid was. Waarvan acte.

Je opa!! Hij parkeerde zijn boeken dus dubbel! Dat doe ik ook! Het leuke is dat je dan altijd voor jezelf nieuwe boeken hebt staan, vind ik. Naar verloop van tijd haal je de boeken die op de planken op de achterste rij staan naar voren en voila! ‘k wist niet dat ik die toch óók had ja! Geweldige opa moet je gehad hebben. Heb overigens sowieso het idee dat er vroeger veel geweldige opa’s leefden, mijn opa was het ook! Kwam ik onverwacht bij hem binnenvallen, zat ie altijd te lezen. Hij werd er 94 mee. Ik heb sindsdien de overtuiging dat mensen die lezen heel oud kunnen worden. Daar is overigens een boek over hè? Je kent het vast, ik bedoel ‘Zabor’ van de Algerijn Kamel Daoud. Prachtig zoals de hoofdpersoon weet hoe alles (oeps) afhankelijk is van woorden. Hij denkt zelfs dat hij door continu te blijven schrijven hij letterlijk de dood buiten de deur kan houden, voor zichzelf, maar ook echt voor anderen! Waren er maar genoeg zulke schrijvers en genoeg lezers van de boeken van zulke schrijvers er zou een nieuwe wereld ontstaan… Tja, wij zeggen: wie schrijft die blijft, maar hij zegt: wie schrijft laat anderen blijven… Ik vind dat een mooie gedachte. Heb er niet heel veel licht over, maar ‘k vind het enigszins een verblindend inzicht. Kun jij er wat mee?

O help, ik zit al weer bijna aan de brieflengte-taks. Nog één ding. Is te mooi om je te onthouden. Het is van de grote Lewis, de verkoper van 85 miljoen Narnia-boeken all over the world. Hij had eens een gesprekje met een vriend. Hij vroeg aan hem: ‘Zullen er in de hemel ook boeken zijn?’ De vriend antwoordde: ‘Ja, ik zie niet in waarom niet, maar het zullen andere boeken zijn dan ik in mijn boekenkast heb staan.’ – ‘Hoezo?’ vroeg Lewis. ‘Ik denk dat ik daar de boeken tegenkom die ik heb uitgeleend.’

Volgens mij was die gedachte de vriend van Lewis tot grote troost. Jou misschien ook??

Hartelijke collegiale groet!

Leendert