Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een Corona-briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Judith Visser.

Ha Leendert!

Wat schreef je weer een mooie brief, een echte spraakwatervallende brief, zoals je zelf al schreef. Wat een kunst hoe jij woorden aan elkaar breit tot ware volzinnen.

Zo terloops noemde je je voorkeur voor de Joodse grammatica boven de christelijke grammatica, van zelfstandig naamwoord naar werkwoord, of van werkwoord naar zelfstandig naamwoord. Ik ben nu wel heel nieuwsgierig naar de reden van jouw voorkeur!

Maar ik vroeg me ook nog eens iets anders af. Wij schrijven brieven, Leendert, en ik geniet er elke keer weer van. We kunnen over van alles schrijven wat er maar in ons opkomt. Maar zou het zo kunnen zijn dat er dingen zijn (in de ruimste zin van het woord) die niet in woorden te vangen zijn? Die uitdrukking ‘woorden schieten tekort’, zou dat dan toch echt een zinnige uitdrukking zijn?

Ik hoorde eens van een tentoonstelling van Mark Rothko (een Amerikaans schilder en vertegenwoordiger van het abstract expressionisme). Ik heb het zelf niet gezien hoor, eerlijk gezegd is het een stroming die mij niet direct aanspreekt. Maar ik heb me laten vertellen dat zijn werk veel emoties opriep bij bezoekers. Wonderlijk toch, hoe een schilder met abstracte schilderijen mensen zo diep kan raken? Het schijnt dat Rothko met veel geestelijk lijden te maken had in zijn leven en waarschijnlijk herkennen mensen dat dan toch in zijn abstracte schilderijen. En die herkenning zorgt er dan weer voor dat mensen zich gezien of erkend voelen, zo stel ik mij dat tenminste voor. Maar zou je dat dan vervolgens ook onder woorden kunnen brengen? Zou dat überhaupt nodig zijn?

Jij schrijft ‘ik ben slechts voorganger’, nou ja, dat ‘slechts’ mag je wel weglaten hoor! Je gaat mensen voor in het schrijven van hun eigen preek, prachtig! Eigenlijk is preek schrijven dus ook gewoon een kunst, net als een schilderij, of een stuk muziek. Goede muziek bijvoorbeeld neemt je ook mee en laat je je eigen emoties ervaren, je eigen onvertelde verhaal beleven. Ik heb eens gelezen dat een compositie van Simeon ten Holt Canto Ostinato zoveel heeft losgemaakt bij mensen dat er zelfs een documentaire over gemaakt is Over Canto. Hoe bijzonder is dat? Tjonge, nu lijkt het net of ik een hele kunst-kenner ben, maar dat is niet zo hoor, het is vooral wat ik erover lees. Alweer woorden dus.

En toch, vind ik het ook lastig om het schrijven van een preek te scharen onder de kunsten. Misschien wel omdat iemand eens, nog tijdens mijn studie theologie, opmerkte dat wanneer je op de kansel staat dat je dan ook een stukje theater staat op te voeren. Daar was ik het hartgrondig mee oneens. Ook al zijn de ‘preeklessen’ tijdens je studie ook gevuld met lessen over je voordracht, het is toch meer dan theater, ja toch? Ik hou van theater, dat weet je inmiddels wel, maar in het theater voel ik toch heel iets anders dan wanneer ik op de kansel sta. Ook al wil je in beide gevallen de mensen bereiken, hen iets meegeven om over na te denken of gewoon om simpel even te genieten van iets moois. Want dat laatste vind ik ook mooi in een preek. Het gaat er niet altijd om een praktische boodschap voor het leven alledag te ontdekken. Soms is het ook gewoon fantastisch om het mooie van een Bijbelverhaal naar voren te halen en mensen als het ware een tijdje te laten verwijlen in het verhaal. Dat kan soms ook gewoon genoeg zijn, toch? Nou ja, het zijn maar wat zwalkende gedachten van mij. Ik ben benieuwd naar jouw gedachten hierover!     

En o ja, toch nog bedankt voor de boekentip in je brief hoor. Laat je vooral niet afschrikken door mij en mijn slechte leesconditie. O, ik hou van lezen, al had ik maar wat meer tijd en rust in mijn hoofd om het meer te doen. Dus hou je toch maar liever niet in met je boekentips.

Hartelijke collegiale groet, 

Judith