Elke week twee keer domineespost als flessenpost op deze site, op dinsdag en vrijdag: een Corona-briefwisseling van de twee Veense dominees Judith Visser en Leendert van der Sluijs. Hun vragen zouden zomaar ook uw/jouw vragen kunnen zijn. Hun antwoorden misschien eye-openers… Vandaag antwoordt ds. Leendert van der Sluijs.

La Judith!

Hmmmja, la douce France ja! Ben er vaak op vakantie geweest! Dordogne! En ook bij Alpe d’Huez! Je weet wel, waar de Tour het zwaarst is! Volgens mij zijn er wel 24 haarspeldbochten bijna loodrecht naar boven. Is zwaar genieten daar. Ik heb ze eens geprobeerd te nemen op de mountainbike. Ik heb het nooit tegen iemand gezegd, maar ik kwam niet verder dan de 4e bocht, toen stond ik gewoon domweg stil op de trappers, van pure ellende dus, in de allerlaagste versnelling, de 32e, maalden m’n benen als een razende, maar niets mocht baten, ik verloor snelheid en m’n banden plakten aan het asfalt, ik ging het onherroepelijk verliezen. Hoe ik de trappers ook rondtrapte, op een gegeven moment stond ik dus gewoon stil. En ja, dan kan er nog maar één ding gebeuren en dat is omvallen. Dat gebeurde dan net niet, want ik stapte af in m’n eigen druipende zweet en de afgrond naast me lachte me uit: kijk hoe hoog je gekomen bent. Nou maar echt, ’t viel me nog mee, ik keek over de vallei uit en de toeristen in ’t stadje Bourg d’Oisans zwaaiden naar mij (of naar iemand anders). Dit stille geluk en deze grote teleurstelling inéén, heb ik uiteraard voor mijzelf gehouden. Ik heb de Alpe beklommen, maar haar top niet bereikt. Ja Frankrijk, begin me niet over Frankrijk, of wel! ’t Land is er mooi, de taal onverstaanbaar (je bent werkelijk niet de enige, Judith! die in dat land wanhopig staat te knikken of driftig te schudden, bijna iedereen daar van buitenlandse afkomst doet het, ik begrijp niet waarom die taal niet is verboden – vergeleken met het Nederlands kun je het ook eigenlijk geen taal noemen, klanken zijn het, sisgeluiden, aa’s en oo’s, en ja die Fransen begrijpen elkaar wel, natuurlijk, ze hebben altijd en overal elke andere taal geweigerd, dus ze dénken zelfs in het Frans!), maar verder is Frankrijk inderdaad het land van groten als Dumas -musketierend!- en Flaubert -papegaaiend!- en Proust (nog altijd ‘op zoek naar de verloren tijd’).

Tjonge wat je brief wel niet met me doet! Zit ineens in Franse sferen nu. Proef hun wijnen en ruik eens aan hun stokbroden, en je wilt nooit meer terug! Judith, wanneer je weer naar Frankrijk gaat (en mag) neem dan van Margot Dijkgraaf haar boek ‘Lezen in Frankrijk’ mee. Is echt een aanrader. En ken je van Martin Bril – de grote Martin dus, naar wie alle Martins willen heten – zijn boek De Franse slag? Aanrader ook! Of zijn boek over Napoleon: De kleine keizer. ’t Fijne is dat al deze boeken in het Nederlands zijn. Wel zo makkelijk. 😉 Hoewel jij met je eindexamen 8 waarschijnlijk toch voor de Franse vertaling van deze Nederlandse boeken zult willen kiezen.

Heb ik één boek nog niet genoemd, en die titel voel je waarschijnlijk al aankomen. Het is een filosofenboek voor theologen, het heet ‘God in Frankrijk’. De ondertiteling is ‘zes hedendaagse Franse filosofen over God’. Je kent het vast, want zoals jij over taal als instrument schrijft heb je dat natuurlijk van die Fransmannen geleerd, om te beginnen bij Foucault. Ontken het maar niet. Of, zo niet hij, dan toch zeker Girard. Of ga je me vertellen dat jouw wijsheid je is komen aanwaaien? Dan weet ik wel met welke wind. Bescheiden noem je Bert Bakker (mooiste Nederlandse naam ja) en het mooiste vuurwerk ontsteek je in je voorlaatste zin, wie wil strijden zal het altijd van de taal verliezen – ff in mijn woorden.

Rest me je heel graag te groeten in naam van ons aller grootvader die aan de wieg stond van de roman en dus van de taal die talend naar het wonder van de taal niet anders kan dan in zichzelf geloven als voortgekomen uit spraakverwarring én herkenning van zinnen die als molenwieken rondzwiepen op ’t aanblazen van de wind niet alleen, maar ook naar ’t menselijk verlangen, uitmuntend getoond dus door ons aller Don Quichot – als zuiderbuur werd hij vooral een bron van inspiratie voor kunstenaars in… Frankrijk!

Adios of Adieu, dat is in ons beste Nederlands: tot snel!

Leendert

(Ps.) Enne, voor ons Nederlandse woord ‘hartluchten’ hebben de Fransen er vier! ‘avoir une conscience claire’ – dus ze hebben gewoon effe wat meer tijd nodig om hetzelfde te zeggen, geen paniek!