Mohammed Nouri wilde nooit meer voetballen nadat zijn broertje Abdelhak precies drie jaar geleden na een hartstilstand blijvende hersenschade opliep tijdens een oefenwedstrijd van Ajax tegen Werder Bremen in Oostenrijk. Na aandringen van Ajacied Donny van de Beek uit Nijkerkerveen heeft de 26-jarige broer van Appie zijn voetbalschoenen weer aangetrokken en speelt hij bij Veensche Boys in Nijkerkerveen. “Donny bracht mij hier naartoe”, vertelt Nouri, die voordat zijn broer getroffen werd door hartfalen voetbalde bij tweededivisionist TEC. “Ik ben hier goed opgevangen”, zo klinkt het.

Als hij zijn broer Abdelhak in bed zag liggen, was voetballen wel het laatste waar hij aan wilde denken. “Ik voelde mij schuldig naar hem toe”, vertelt Nouri, die zich liet overhalen door Van de Beek, in het Algemeen Dagblad. “Ik dacht dat ik het één keer zou doen, puur en alleen voor Donny. Die probeerde mij telkens aan het sporten te krijgen. Ik deed het om van zijn gezeur af te zijn.” Nouri zegt goed te zijn opgevangen. “Het voetbal hier is natuurlijk minder, maar dat maakt mij weinig uit. Als ik hier ben, vergeet ik alles.”
Mohammed gaat iedere dag naar zijn broertje Abdelhak. Zelfs na een lange dag gaat hij regelmatig om twee uur in de nacht nog langs. “Dan vertel ik hem wat ik gedaan heb of hoe het is met mijn dochtertje van anderhalf. Eigenlijk doe ik wat alle broers en vrienden met elkaar doen”, vertelt hij. Abdelhak ademt volgens de krant zelfstandig, glimlacht zo nu en dan en communiceert door te knipperen met zijn ogen. “Ik zal er nooit aan wennen, kan het geen plek geven”, geeft Mo aan. “Maar het lukt wel steeds beter om ermee om te gaan. En ja, daar draagt het voetballen ook aan bij.” Hij noemt Van de Beek een van zijn beste vrienden. “Mijn broertje, Donny, Rody en ik konden het altijd al goed met elkaar vinden. En ik ga ook graag naar Donny’s ouders, word daar altijd met open armen ontvangen.”

“De familie Van de Beek is net een buurthuis”, vervolgt Nouri. “Gastvrijheid, tijd voor elkaar maken en samen eten, dat zit in beide families. Als Rody naar ons toe rijdt, krijgt-ie van zijn vader een paar kilo kip voor ons mee. En volgens mij heeft zijn moeder ook altijd tonijn in huis. Ze weet dat ik dat erg lekker vind.” Dat hij het voetballen weer heeft opgepakt is op aanraden van de Ajacied. Hij kwam al snel uit bij Veensche Boys, omdat hij teruggaan naar TEC te moeilijk vond. “Net als bij veel andere amateurclubs die hoog spelen is het daar toch zakelijker. Bij Veensche Boys voelt het warmer, socialer. Je voelt dat de jongens er een band met de club en de vrijwilligers hebben. Iedereen laat elkaar in zijn waarde.”
De manier waarop Nouri binnen de selectie behandeld wordt doet hem goed. “De jongens zien ook dat ik het lastig heb, dat ik soms geen zin heb in een training of dat ik te laat kom. Het fijne eraan is dat ze niet vragen naar het waarom, maar er juist naar handelen. Ze klagen er niet over, maar blijven normaal doen.” Hij ontkomt in Nijkerkerveen ook niet aan de nodige voetbalhumor. “Ik ben hier niet de broer van Appie, maar onderdeel van het team. En ja, daar hoort humor ook bij. Over mijn gewicht worden door de trainer bijvoorbeeld vaak grappen gemaakt.”

Hij geeft coach Erik Assink ook groot gelijk. Er moet nog een kilo of zes af, deze zomer. ,,Ik ben van nature lui, gelukkig helpt Donny me met extra oefeningen.” Het doel: Veensche Boys moet naar de eerste klasse. ,,Ik wil hier iets moois neerzetten en kampioen worden. Niet voor mezelf, maar voor de club.”

Maar Mo denkt hierbij ook aan zijn familie. ,,Ik voetbal weer, ik lach weer. En als ik blij ben, denk ik automatisch aan mijn broertje.” Stiekem hoopt hij dat zijn vader volgend seizoen naar een duel van Veensche Boys komt. ,,Ik heb het hem nog niet gevraagd, het is een moeilijke vraag. Komt hij kijken, dan ziet hij een zoon die weer voetbalt en wordt hij geconfronteerd met het feit dat er eentje is die nog had moeten voetballen. Zo oneerlijk is het.”

Foto Kees van den Heuvel