Wekelijks stap ik op mijn fiets richting de tennisvereniging om een uurtje padel te spelen. Ik zou ook kunnen zeggen ‘om een uurtje te sporten’. Maar het niveau waarop ik speel, durf ik niet per se als sporten te kwalificeren.
Andere mensen hebben daar een stuk minder moeite mee. Zo fiets ik altijd langs de jeu des boules vereniging. En ik word daar altijd erg blij van. Al regent het in heel Nijkerk, boven die grintbakken, pardon, jeu des boules banen, schijnt altijd de zon. Fantastische sfeer, blije gezichten en het lef om het een sport te noemen. Dat gaat me echt te ver. Alles wat je kunt doen met onder je rechterarm een stokbrood met brie en in je linkerhand een fles Bordeaux is per definitie geen sport. En dat weten ze zelf ook wel, want letterlijk vertaald hebben we het hier over ‘het spel met de ballen’. Als de Fransen het een sport vonden, dan had het wel ‘sport des boules’ geheten.
En niet dat het niet leuk is, dat is het absoluut wel. De leden van de Nijeboulers hebben het uitstekend voor elkaar. Ik moet 49 weken keihard werken voor drie weken Frankrijk, zij hebben elke woensdagavond zomervakantie.
Maar hoe leuk het ook is, jeu des boules, het is geen sport. Net als darten, ook geen sport. Alles wat je kunt doen met veertien Big Macs onder je rechterarm en een pitcher bier in je linkerhand is geen sport. En nu zullen er tal van lezers boos de krant in de papierbakken gooien. Waarschijnlijk in één keer raak, want ze kunnen goed mikken die darters. Maar het is geen sport. Dat weten ze zelf ook wel, want altijd als het over darten gaat, dan wordt het ‘de dartsport’ genoemd.
Niemand heeft het over de voetbalsport, of de tennissport. Als je het zo bewust een sport moet noemen, dan weet je zelf ook wel dat je verkeerd zit.
Bowlen, een fantastisch spel, maar geen sport. Alles wat je met twee vingers in de neus en drie vingers in een bal tussen het steengrillen door doet is geen sport. En voordat je mij omver wil kegelen, bedenk dit; waar houdt het op?
Is sjoelen dan ook een sport? Of krantenmeppertje, koekhappen? Dan is Koningsdag ineens een soort Olympische Spelen. Nee, we moeten echt een grens trekken.
Wat we deze zomer op tv zien, dat is sport. De Tour de France, de Olympische Spelen, het EK. Atleten die alles opzij zetten, om op dit topniveau te komen. Daar kan ik echt van genieten. En als mijn vrouw na de verloren halve finale dan zegt: ‘Ach, het is maar een spelletje.’ Dan zeg ik nee, het is een sport, een ballensport.
Christian Hogeveen – De Stad Nijkerk