De agrarische wereld en natuurontwikkeling gaan prima samen in de Nijkerker- en Putterpolder. Met pompen wordt sinds woensdag 13 februari een aantal delen van de Arkemheenpolder onder water gezet. Drassige gebieden maken de polder aantrekkelijker voor weidevogels.

Gert Aalten: ‘We doen dit op circa vijftien plekken. Daar zetten we een pomp neer. Die pompen werken op zonne-energie, die zorgt dat het gebied in het weidevogelseizoen nat is. Op die manier ontstaan zogenaamde plasdrasgebieden, die aantrekkelijk zijn voor weidevogels. Wormen en larven gaan aan de rand van de plasdrasgebieden zitten en vormen een voedselbron voor de volwassen weidevogels. Het water heeft ook een grote aantrekkingskracht op insecten, die weer als voedsel dienen voor de kuikens van de weidevogels.’ Meestal is een hoge waterstand in strijd met de belangen van de boeren, maar in dit geval kiezen de agrariers voor samenwerking. Sam Gerssen: ‘In dit geval doen we er juist aan mee in verband met agrarisch natuurbeheer. Hier in de polder willen we de natuur stimuleren. We bevorderen juist de natuurontwikkeling.’ De pompen blijven staan van half februari tot 15 juni. Dan is het weidevogelseizoen voorbij en dan gaat de pomp weer weg. Die pomp wordt elk jaar weer terug geplaatst. In het kader van agrarisch natuurbeheer ontvangen de boeren een subsidie van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

Het initiatief is genomen door het Collectief Veluwe, de coöperatie voor agrarisch natuurbeheer. Het aanleggen van de plasdrasgebieden is onderdeel van een actieplan van de provincie Gelderland voor verbetering van het leefgebied voor akker- en weidevogels. Eén pomp kan ongeveer één hectare grond onder water zetten.

Foto’s Kees van den Heuvel