De spelers van het eerste team van Sparta Nijkerk hebben nauwelijks tijd om uit te buiken van de jaarwisseling of ze moeten alweer vol aan de bak. Zaterdag 4 januari is er een oefenwedstrijd tegen de Koninklijke HFC in Haarlem en dinsdag 7 januari is er een oefenwedstrijd in Apeldoorn tegen CSV, met als toetje de kraker tegen IJsselmeervogels op 11 januari. De mannen van hoofdcoach Bert van Hunenstijn beleefden donderdagavond 2 januari de eerste training van het jaar 2025. Verslaggever Kees van den Heuvel van de Veense Courant ging na afloop van de training de kleedkamers in. Bert van Hunenstijn: We hebben inderdaad een hele korte winterstop vanwege de bekerwedstrijd tegen De Graafschap, maar als ik het vanavond zag en zie hoe fit de spelers de spelers zijn, dan is dat geen nadeel. Normaal zou je denken dat de jongens mentaal een langere periode nodig hebben, maar het was heel fris en fruitig.

Hoe is het verlies door de spelers verwerkt tegen De Graafschap?  Berusten ze zich in de teleurstelling?

Bert van Hunenstijn: Dat scheelt. De ene zoekt een warm land op, de andere doet het op zijn manier. Als je ziet hoe de ambiance was, met het massaal opgekomen publiek van Sparta Nijkerk in Doetinchem, dan moet je snel over je teleurstelling heen zijn. Dat was niet alleen het publiek in het uitvak, maar ook de mensen op de eretribune, alle pers en alle mensen die hebben meegeholpen aan de dag. Dan ga je niet met een bedroefd gezicht lopen. Dan ben je dankbaar dat je dat met z’n allen hebt mogen doen.

Zaterdag speel je in Haarlem, daarna dinsdag in Apeldoorn en vervolgens de kraker. Dat is een flinke voorbereiding.

Bert van Hunenstijn: Die wedstrijd tegen IJsselmeervogels, daar moet je klaar voor zijn. Dan moet je de wedstrijdhardheid hebben. Het ritme is heel belangrijk. Dus hoe sneller je in het ritme zit, des te beter dat het is. Je moet meteen aanstaan en vandaar ook die twee oefenwedstrijden.

Wat zijn de verwachtingen voor 11 januari tegen IJsselmeervogels?

Bert van Hunenstijn: Dat wordt natuurlijk een kraker. Ik denk dat beide ploegen enorm aan elkaar zijn gewaagd. Dat heb je hier in Nijkerk in de eerste wedstrijd al gezien. Ik denk uiteindelijk dat een individuele actie het verschil gaat maken, omdat beide teams qua organisatie en qua energie heel erg op elkaar lijken. Maar ook: wie komt het beste uit de winterstop. Wie is het meest fris en wie kan het meeste brengen?

Je hebt natuurlijk jouw spionnen al uitgezet bij IJsselmeervogels.

Bert van Hunenstijn: Ja, die spreek ik elke dag. We hebben daarover radiostilte. Hij doet zijn ding en ik doe mijn ding. Het is wel hartstikke leuk, hoor. We appen wel en we praten met elkaar erover. Maar we laten elkaar even met rust. Hij heeft zijn voorbereiding en ik die van mij.

En de rest van het seizoen?

Bert van Hunenstijn: Bovenin meedoen. Dat zijn we ook verplicht, zeker nu je op deze positie staat. Dan moet je met de top 6 mee blijven doen. Er zijn op dit moment veel kapers op de kust. Het is een heel interessante competitie. Ik denk niet dat er iemand is die op dit moment geld durft in te zetten op een ploeg. Het zit dicht op elkaar. Dan is het wel zaak om erbij te blijven. Verlies je twee of drie keer achter elkaar, dan is het even gebeurd met je. Het is zorg om daarvan weg te blijven.

Je hoopte natuurlijk als koploper de winterstop in te kunnen gaan. Toch zijn er op cruciale momenten onnodig punten verloren in de laatste wedstrijden

Bert van Hunenstijn: Dat is waar. Je moet kijken naar de gehele periode van zes maanden. Uiteindelijk staan we op de plek waar we moeten staan. Wat we wel opviel is dat we de laatste wedstrijden teveel doelpunten hebben tegen gekregen. Dat was anders dan de wedstrijden daarvoor. Dus, daarvoor moeten we terug naar de tekentafel. Ik merk overigens aan de jongens niet dat de teleurstelling erg groot is dat we geen winterkampioen zijn geworden. Dat is immers geen titel en je krijgt er ook niks voor. Waar we wel bevestiging van hebben gekregen, is dat we goed bezig zijn want anders sta je geen tweede. En je hebt maar één keer verloren in het seizoen. We zijn op de goede weg, maar uiteindelijk wil je jezelf belonen met een machtig mooie positie en het liefst de eerste plek.

Interview Kees van den Heuvel

Foto Aalt Guliker