Naar aanleiding van recente berichtgeving in vakblad Nieuwe Oogst heeft PRO21 schriftelijke vragen ingediend bij het college van burgemeester en wethouders over de opheffing van het scheurverbod in de polder Arkemheen. In het artikel van 7 november 2025 uitten diverse natuurorganisaties stevige zorgen over het besluit en pleitten zij voor aanvullend natuuronderzoek. Ook blijkt dat er op dit moment een procedure loopt bij de Raad van State.

PRO21 had tijdens de eerdere behandeling in de gemeenteraad al kritiek op het ontbreken van belangrijke informatie. De voorwaarden van de aangekondigde meldplicht waren nog niet bekend en het beheerplan voor het Natura 2000-gebied Arkemheen was nog niet geactualiseerd. De fractie riep toen op tot uitstel of intrekking van het voorstel totdat alle relevante informatie beschikbaar was. De recente reacties vanuit natuurorganisaties bevestigen deze zorgen.

Fractievoorzitter Mathias van Veen benadrukt dat zorgvuldigheid voorop moet staan: “We kunnen geen besluiten nemen die mogelijk grote gevolgen hebben voor natuur, bodem en water, terwijl essentiële informatie nog ontbreekt. Dat natuurorganisaties nu aan de bel trekken, laat zien dat dit proces zorgvuldiger moet.”

In de ingediende schriftelijke vragen vraagt PRO21 onder andere of het college kennis heeft genomen van de kritiek vanuit natuurorganisaties, hoe het college aankijkt tegen de oproep om aanvullend natuuronderzoek, of het bereid is dit onderzoek samen met provincie en waterschap te laten uitvoeren, wat de status is van de procedure bij de Raad van State en wanneer het geactualiseerde beheerplan voor het Natura 2000-gebied Arkemheen wordt verwacht. Ook vraagt de fractie om duidelijkheid over de voorwaarden van de meldplicht, de handhaving zolang deze voorwaarden ontbreken en het moment waarop de gemeenteraad volledig wordt geïnformeerd.

Volgens Van Veen is transparantie en een goede bescherming van het gebied essentieel: “Wij willen dat inwoners en agrariërs weten waar ze aan toe zijn, maar bovenal willen we dat de natuur in Arkemheen goed wordt beschermd.”