De Kruiskerk in Nijkerk was donderdagavond tot de laatste plaats gevuld voor het jaarlijkse Adventsconcert van het Christelijk Streekmannenkoor Noord-West Veluwe. Onder leiding van dirigent Martin Manspresenteerde het koor opnieuw een sfeervol en gevarieerd programma, waarin advents- en kerstliederen werden afgewisseld met andere stemmige composities.

Het concert werd muzikaal verrijkt door de bijdragen van Hugo van der Meij (orgel), Jan Lenselink (vleugel), Arjan en Edith Post (trompet), Vocalgroup Filiae, diverse koorsolisten en het Ensemble Noord-West Veluwe. Vocalgroup Filiae bracht onder meer een feestelijke “Christmascocktail”, die door het publiek warm werd ontvangen.

Voorzitter Henk Riggeling opende de avond met een indringende en actuele toespraak. Hij gebruikte de metafoor van een “kerst- en noodpakket” om de lasten te verwoorden die bezoekers mogelijk meedragen. Deze zorgen variëren van wereldwijde onrust, oorlogen, het klimaat en de schrijnende beelden van verhongerende kinderen in Gaza tot persoonlijk verdriet, zoals het gemis van dierbaren. Riggeling benadrukte dat er ruimte is om dit verdriet te tonen en dat niemand zich sterker hoeft voor te doen dan hij is. “Leg uw zorgen neer bij God,” was zijn uitnodigende boodschap aan de aanwezigen.

Als tegenhanger van het ‘noodpakket’ benoemde Riggeling de muziek van de avond als een bron van troost, vulling en hoop. De uitvoeringen van het mannenkoor, de triomfantelijke en ingetogen orgelklanken, de pianosolo’s en de zang van Vocalgroup Filiae moesten de leegte vullen die verdriet kan achterlaten. De muziek bood het publiek zicht op licht en toekomst.

De voorzitter besloot zijn toespraak met een vooruitblik op het gezamenlijk zingen van “Ere zij God”, als krachtige en vreugdevolle uitroep van hoop. Hij moedigde iedereen aan de weg naar het “feest van het licht” te vervolgen, gedragen door “de allesomvattende liefde van onze Heer.” Het Adventsconcert werd daarmee niet alleen een muzikale avond, maar ook een moment van bezinning, troost en verbondenheid.

Tekst en Foto’s: Aalt Guliker.