Het college van burgemeester en wethouders heeft de schriftelijke vragen van VVD-raadslid Niels Staal beantwoord over de herinrichting van het centrum van Hoevelaken. In de beantwoording licht het college toe waarom aanvullend participatie wordt ingezet en hoe wordt omgegaan met de planning rond fase 3 van de Wiekslag.
Sinds 2018 werkt de gemeente samen met ondernemers, marktpartijen, bewoners en belanghebbenden aan de Centrumvisie Hoevelaken. De oorspronkelijke visiegroep heeft zich inmiddels gevormd tot het Platform Hoevelaken, dat fungeert als vaste gesprekspartner richting de gemeente. Hoewel deze groep een belangrijke en betrokken vertegenwoordiging vormt, vindt het college aanvullend participatie essentieel.
Het college geeft aan dat het platform vooral ondernemers en direct betrokkenen vertegenwoordigt, terwijl de herinrichting ook gevolgen heeft voor omwonenden en andere gebruikers van het centrum. Daarnaast is het huidige inrichtingsvoorstel veel gedetailleerder uitgewerkt dan de eerdere schetsen uit de Centrumvisie, waardoor een apart en zorgvuldig participatietraject op zijn plaats is. De participatie zal plaatsvinden in één bijeenkomst die gericht is op het ophalen van meningen en ideeën binnen duidelijke kaders. Deze aanpak sluit aan bij het participatiebeleid 2025–2026, dat naar verwachting op 27 november 2025 door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Het college benadrukt dat deze participatiefase relatief kort is en dat vooral de uitwerking van het ontwerp tijd vergt om het proces zorgvuldig en efficiënt te laten verlopen.
Het VVD-raadslid vroeg ook naar de termijn waarop de gemeente bereid is te wachten op de ontwikkelaar van fase 3 van de Wiekslag en of het wenselijk is om deze fase naar voren te halen om het centrum als geheel te versterken. Het college verwijst hiervoor naar het uitgangspunt van wederkerigheid uit de Centrumvisie, waarbij publieke en private investeringen elkaar afwisselen volgens het ‘haasje-over-principe’. Elke stap moet bijdragen aan het totaalbeeld en aansluiten op de investeringen van andere partijen.
De gemeente richt zich op dit moment volledig op fase 1, waarvan de voortgang is gegarandeerd. Zodra deze werkzaamheden zijn afgerond, beoordeelt het college opnieuw wat de stand van zaken is rond fase 3. De gemeenteraad wordt hierover tijdig geïnformeerd via een raadsinformatiebrief. Als de ontwikkelaar voortvarend van start gaat, sluit de gemeente aan bij zijn planning. Mocht de ontwikkeling langer op zich laten wachten, dan wordt overwogen om fase 3 eerder op te pakken om het centrum een extra impuls te geven.
















