Wie de Domstraat in Holkerveen passeert kan zich moeilijk voorstellen hoeveel verhalen en herinneringen schuilgaan achter de muren van het voormalige Café De Oude Deel. Het café dat tussen 1959 en 2004 het kloppende hart van het dorp was kende een rijke geschiedenis die begon bij Klaas Mostert en Geertrui van der Kieft.

Het begin van een leven samen

Klaas werd geboren op 12 april 1899 aan de Vrouwenweg en Geertrui – voor iedereen Geert – op 1 april 1905 aan de Schoolstraat. Ze leerden elkaar kennen in de tijd dat Klaas in militaire dienst zat. Via de broer van Geert hoorde Klaas dat er nog een “leuk zusje” was. Ze was jong, pas vijftien jaar, maar levenslustig en van aanpakken wist ze wel. Drie jaar later, op 21 maart 1923, gaven ze elkaar het jawoord.

Het waren zware jaren met veel werkloosheid. Toch werd er op hun trouwdag een rijtuig geregeld voor de familie, de rest reed op de fiets naar het gemeentehuis. Ze woonden aanvankelijk in Hoogland in een kleine kamer samen met de broer van Geert die bij hen inwoonde voor acht gulden per week. Klaas had vaak geen vast werk maar hielp boeren tijdens de oogst of werkte als losse kracht in de bouw. In 1932 kreeg hij eindelijk een vaste baan als stukadoor en leek er meer stabiliteit te komen.

Ze kregen zes kinderen waarvan drie op jonge leeftijd overleden. “Vergeten doe je het nooit,” zei Geert, “maar je moet door.” In 1945 kochten ze een oud boerderijtje aan de Domstraat.

De start van De Oude Deel

Toen Klaas in 1959 door eczeem zijn beroep als stukadoor moest opgeven werd met hulp van de huisarts een vergunning geregeld voor een cafetaria. Geert draaide de zaak, Klaas ventte ijs voor Jamin. Een televisie in de zaak trok op woensdagmiddagen tientallen kinderen die gratis mochten kijken als ze wat kochten. Patat was een veel verkochte versnapering met een verhaal. Oma Mostert maakte vroeger alle friet met de hand, van het schillen van de aardappels tot het snijden van de frietjes. Later kreeg ze een apparaat waarmee ze handmatig friet kon snijden.

Het nabijgelegen voetbalveld van Veensche Boys zorgde vanaf 1949 voor veel reuring. Toen de club in 1968 verhuisde werd de cafetaria omgebouwd tot café. De hooiberg en schuren maakten plaats voor parkeerplekken. Klaas en Geert stonden er tweeëntwintig jaar achter de tap tot 1981. Daarna gingen ze achter het café wonen en werd De Oude Deel verhuurd.

Een bruisend dorpscafé

De Oude Deel was meer dan een café. Het was een ontmoetingsplek voor jong en oud waar men biljartte, kaartte, gehaktballen at, saté bestelde – zelfs uit Spakenburg – en vooral veel verhalen deelde. Op zaterdagavond was het gezellig druk, stelletjes kwamen langs, vrouwen brachten hun mannen en haalden ze ook weer op, een veilige manier om moeilijkheden te voorkomen.

Er waren vaste stamgasten die kleur gaven aan het café. Wip van Tamelen in zijn brommobiel altijd met sterke verhalen, Gerrit van Diest die zijn pruimpje tabak netjes op de voetenplank van zijn brommer bewaarde, Manus Hendriksen die vaak sprak over zijn jaren als weduwnaar en zijn zorg voor de kinderen, en Aart van den Heuvel, bijgenaamd Aart tuf, die graag biljartte en altijd bereid was te helpen bij klusjes. Rond de klok van vier uur in de middag liep het café vaak vol met bouwvakkers die na een dag hard werken hun dorst kwamen lessen. Rijk en Bert Dusschoten, Tonny van Rijn en Jantje Frijlink behoorden tot de vaste gasten die dan hun pilsje haalden, samen met nog vele anderen die na het werk steevast even binnenstapten. Het waren de momenten waarop het café bruisend tot leven kwam en waar vriendschappen aan de stamtafel werden gesmeed. Tonny van Rijn gaf zijn jawoord aan Bets bij het café, een dag die voor altijd verbonden blijft met De Oude Deel. In de begintijd moest nog alles met de hand worden afgewassen, wat vaak voor een hoop werk zorgde. Tot overmaat van ramp zat er soms een verstopping, maar gelukkig was Manus van Rijn – in het dorp beter bekend als de Loet – altijd in de buurt. Hij repareerde de boel keer op keer en hielp met alles wat er in het café moest gebeuren. Zo werd hij haast een vaste steunpilaar van De Oude Deel.

Het café kende ook zijn bijzondere momenten, een palingfeest, een bruiloft en zelfs een klant die op een bloedhete dag met een ijsmuts voor de deur verscheen. Soms waren er spanningen zoals een bezoeker met een slagersmes maar zulke situaties werden direct de kop ingedrukt. De Oude Deel stond voor saamhorigheid, niet voor ruzie.

Het einde van een tijdperk

Op 3 januari 2004 sloot Café De Oude Deel definitief zijn deuren. Het gebouw kreeg een woonbestemming maar de herinneringen leven voort in de verhalen van de dorpsbewoners. De Oude Deel was meer dan een café. Het was een plek van ontmoeting, van vriendschappen, van lachen en huilen, van spelletjes en gesprekken tot in de late uurtjes. Een plek waar het dorp samenkwam en waar menig verhaal geboren werd dat tot op de dag van vandaag wordt doorverteld.

Wil je meer uit de Nijkerkerkerveense geschiedenis lezen en zien? Klik dan hier.