Soms denk je dat Nijkerk een rustige streekgemeente is, en dan komt er zo’n week voorbij waarin werkelijk álles op standje spektakel staat. Van wolven en wegomleidingen tot kunstfilms, kapotte slagbomen en emotionele mijlpalen — en daar tussendoor dendert natuurlijk het jaarlijkse Sinterklaascircus, groter dan ooit.
Laten we beginnen bij de goedheiligman, want die was overal. In Nijkerkerveen — tijdelijk weer trots omgedoopt tot Sinterveen — werd Sinterklaas onthaald alsof hij persoonlijk het Wereldkampioenschap Vrolijkheid kwam openen. Honderden mensen op het Sinterveenplein, pieten die onderweg even verdwaalden maar dat met zoveel creativiteit oplosten dat menigeen zich afvroeg of Google Maps nog wel nodig is, en een burgemeester die voor het eerst in 45 jaar zélf kwam kijken. Sinterklaas noemde dat een “uniek en respectvol moment” en je zag de organisatie glimmen. Het dorp ook trouwens maar dat doet het hier altijd zodra er één mijter in de buurt is.
Een paar kilometer verderop, in Nijkerk, ging het er nog grootser aan toe. Wat was het een optocht! Nog nooit deden er zoveel boten mee. Eerst jetski-Piet die stuntte alsof het WK Wateracrobatiek in de haven lag, daarna de Badabounce-pieten die het publiek opwarmden met een dansje waarvoor je normaal gesproken entree betaalt. Fanfare-pieten op hun eigen boot, een mysterieuze Spaanse boot zonder Sint… het had iets weg van een maritieme versie van Wie is de Mol. Maar uiteindelijk, geleid door het licht van de Grote Toren, volgens de Sint “de mooiste van Nederland” kwam de pakjesboot tóch binnenvaren. En daar stond burgemeester Tinet de Jonge, voor het eerst in haar leven klaar om Sinterklaas welkom te heten. Ze kreeg van de goedheiligman een flesje schnaps en een cartografiepuzzel van de gemeente. Een gemeenteraadsvergadering is er nooit zo gezellig op. Daarna bestijgt de Sint Ozosnel en maakt een ronde door het centrum, zichtbaar genietend van deze eerste editie van Stichting S.I.N.T. die meteen een schot in de roos bleek.
Maar Nijkerk leeft niet van pepernoten alleen. Er gebeurt nóg meer. Zo werd het Odensehuis geopend: een warme plek voor mensen met beginnende dementie en hun naasten. Burgemeester De Jonge zei: “Vandaag mag ik meer openen dan een gebouw.” En dat klopt. Het is een huis waar je mag binnenlopen zoals je bent, een zeldzame luxe in de zorgwereld, waar deuren vaak pas opengaan na drie formulieren en een telefoonmenu.
Ondertussen worstelt een dappere vrouw uit Nijkerkerveen met iets onvoorstelbaar zwaarders. Chantal: die kanjer van de armbandjes, 39 jaar, voert al sinds 2019 een strijd tegen opeenvolgende vormen van kanker door het erfelijke Li-Fraumeni Syndroom. Onderkaak verwijderd, borst kwijt, zware chemo’s, meerdere operaties; het is bijna niet te bevatten. En toch vertelt ze haar verhaal, vastberaden, eerlijk en moedig. In de LINDA nog wel. Heldendom bestaat in vele vormen, soms met een staf en een mijter, vaker in stilte aan een ziekenhuisbed.
Terug naar het alledaagse gestuntel: het Wheemplein. De installatie die de parkeerplaats moet reguleren werkt wéér niet. Mensen kunnen soms wel naar binnen, maar niet meer naar buiten. Regiomanager Juriën de Ruiter noemt het “geen visitekaartje”, en gelijk heeft hij. Je kunt veel zeggen over de logistiek van de Sint, maar zelfs de pakjesboot komt betrouwbaarder aan dan deze slagboom.
En terwijl kunstliefhebbers in het centrum ’s avonds naar KunstLicht-filmpjes kijken, kunnen de inwoners van Nijkerkerveen zich alweer voorbereiden op het volgende evenement: de Winterfair van De Veensche Kas en Bert van de Kamp. Met 32 kraampjes, kerstmuziek van CODA, glühwein, diamond painting, kerstbomen, warme soep en een kerstman die vermoedelijk al van ver ruikt dat dit zijn moment is. Maar let op: pinnen kan niet overal, dus neem contant geld mee.
Tussen alle festiviteiten door vervolgt het leven zijn grillige weg: wolven op de Arkersluisweg, een auto die de Barneveldseweg weer eens verwart met een hindernisbaan, verkeersmaatregelen op de Luxoolseweg die wonder boven wonder wél werken. En toch, als je alles bij elkaar optelt, is het precies dát wat Nijkerk zo Nijkerks maakt: het knettert, kraakt, bruist en struikelt. En het staat altijd weer op. Net als Sinterklaas, die ieder jaar zijn weg vindt, verdwaalde pieten of niet — naar deze Gemeente die nooit helemaal stilvalt. Tot volgende week.
Aalt.
















