Het openbaar ministerie heeft vrijdag bij de rechtbank in Arnhem boetes tot 400 euro geëist tegen vijf christelijke pro-Palestijnse demonstranten. Ze bekladden in 2024 het pand van Christenen voor Israël in Nijkerk. Zij eist 200 tot 400 euro per verdachte voor de overtredingen. De Officier van Justitie: “Er is een grens overschreden. Met een spuitbus is verf gespoten op het gebouw. Demonstreren mag en deze zaak heeft ook niks met de vrijheid om te demonstreren te maken. En nee, het waren geen vreedzame demonstraties, wat de beklaagden wel zeggen. Ze hadden er ook met spandoeken kunnen staan en flyers kunnen uitdelen. Ingrijpen door de politie was gerechtvaardigd.” De vijf pro-Palestijnse betogers hebben bij beide demonstraties in Nijkerk „grenzen overschreden”, betoogde de officier van justitie. „Het waren geen vreedzame demonstraties.” De actievoerders zijn (deels) verbonden aan het zogeheten Christelijk Collectief, dat gelieerd is aan Kairos-Sabeel, een pro-Palestijnse groepering binnen de PKN. De aanklaagster benadrukte dat de vijf verdachten niet terechtstaan om hun mening. „Het is invoelbaar dat ze opkomen voor Palestijnen. Dat mag. Maar het wordt een ander verhaal als de demonstranten rechten van anderen met voeten treden.” Een demonstratie mag „enige overlast” veroorzaken, maar in Nijkerk gingen de demonstranten te ver, zei de aanklaagster. „Hier was sprake van meer dan overlast. De schade was niet gering.” De officier van justitie wees erop dat de betogers doorgingen „met besmeuren en plakken” rond het pand in Nijkerk, terwijl hun was gevraagd daarmee te stoppen en de politie was gearriveerd. De aanklaagster stelde dat de gebruikte verf nog niet zo makkelijk te verwijderen was. Tijdens de zitting bleek dat de pro-Palestijnse demonstranten verschillende schades hebben vergoed. Het gaat dan om bedragen van enkele honderden euro’s.
Een advocate, die het woord voerde namens Christenen voor Israël, betoogde dat de demonstraties „ingrijpend en pijnlijk zijn” voor personeel van CvI. „Voor velen van hen is een periode van verwarring en onrust ontstaan. Het gevoel van een veilige werkomgeving is weg.” Dat de demonstranten CvI in verband brengen met bijvoorbeeld „babymoord” raakt aan persoonlijke overtuigingen van de CvI-medewerkers, zei de advocate.
Verdachtenbank
De christelijke klimaatactiviste en pro-Palestijnse Roosmarijn van ’t Einde uit Utrecht was zowel bij de demonstratie op 25 november als op 20 december 2024. Geëmotioneerd betoogde theologe Van ’t Einde, die in een rolstoel zit, vrijdagmiddag bij de rechtbank: „Het verscheurt me dat ik hier in de rechtbank zit. Ik vind het bizar dat ík hier in de verdachtenbank zit, en niet Christenen voor Israël.”Over twee weken doet de rechter daarom pas uitspraak. Foto Kees van den Heuvel