Hoog in de toren speelt stadsbeiaardier Boudewijn Zwart voor zijn onzichtbare publiek. Van Beatles tot Bach, voor elk wat wils. ‘Alleen Lady Gaga doe ik niet.’ Op het harde bankje leunt hij van voor naar achter, heen en weer gaan zijn vuisten en vingers langs toetsen van het carillon. Tik-tik-tik, klinken de houten stokken. De vriendelijke ogen van Boudewijn Zwart zijn gesloten.

Hoog in de toren van de Oude Kerk in Amsterdam, vlak onder de 47 bronzen klokken gaat de 54-jarige muzikant uit Nijkerkerveen helemaal op in de noten van ‘Hedwig’s Theme’, een lied van componist John Williams uit de populaire Harry Potter filmreeks.

Zwart is beiaardier van de hoofdstad. Iedere dinsdag klimt hij naar de vliering van de Oude Kerk, Zuidertoren en de Westerkerk om daar een half uur lang de carillons te bespelen. “De meeste voorbijgangers denken er geen twee keer over na, maar die vrolijke muziekjes hoog uit de toren iedere week, dat ben ik.”

Soms staat er een taart voor de deur als ik beneden kom, of er ligt een bloemetje

Geen applaus

Beiaardier is een ondankbaar beroep. Wanneer Zwart de laatste noten van het lied heeft gespeeld, klinkt er geen applaus, geen bravo of bis. Enkel het gezoem van de stad beneden is te horen, ver weg klinken geluiden uit de straten en stegen van de rosse buurt.

Het kan eenzaam zijn, bekent Zwart. “Ik weet nooit of en hoeveel mensen naar me luisteren, en of ze mijn muziek leuk vinden. Maar gek genoeg vind ik dat tegelijkertijd ook het mooiste van mijn vak. Ik werk me in het zweet voor de momenten waarop mensen verrast omhoog kijken bij het horen van een bekend deuntje. Soms buiten mijn blikveld om, maar soms ook niet.”

Toen hij na de dood van David Bowie nummers uit het repertoire van de Britse zanger liet horen, bijvoorbeeld, kreeg Zwart een heleboel enthousiaste e-mails. “Ook staat er soms een taart voor de deur als ik beneden kom, of er ligt een bloemetje. En laatst zag ik een stelletje lopen in de regen, ze waren helemaal alleen op straat. Ik besloot ‘Singin’ in the Rain’ in te zetten. Nou, je had hun reactie eens moeten zien, al dansend hervatten ze hun weg.”

Onderhoud

Zwart bespeelt de verschillende carillons niet alleen ter vermaak van de stedelingen. “Het is van groot belang om dit prachtige instrument regelmatig in beweging te houden”, wijst hij naar de houten klankenkast voor hem. “Anders rot het weg, en verroesten de klokken hierboven.”

Met zijn spel pleegt Zwart dus eigenlijk onderhoud. “En niet alleen aan het carillon, maar ook aan onze cultuur.” De beiaard, oftewel het carillon of klokkenspel, een met een klavier bespeelbaar muziekinstrument dat bestaat uit één of meerdere series klokken, is in de zestiende eeuw in de Lage Landen ontstaan.

“De rijkere steden wilden elkaar toen niet meer enkel aftroeven met de schoonheid van hun kerken, maar ook met de klanken die de klokken konden verspreiden. Zo kwamen er steeds meer torens, met een almaar groeiend aantal klokken. De beiaard is onderdeel van onze geschiedenis.”

Hoewel mijn aanwezigheid van­zelf­spre­kend en anoniem is, is dit het mooiste vak wat er is

Nog steeds kennen Nederland en België de grootste concentratie van beiaarden, stelt hij trots. Nederland telt pakweg tweehonderd carillons, waarvan hij er meerdere mag bespelen. Zwart is namelijk niet alleen beiaard van de hoofdstad. Ook in de torens van een tiental andere plaatsen waaronder Gouda, Dordrecht en Schoonhoven tovert hij als stadsbeiaardier wekelijks muziek uit de klokken.

Bijna iedere dag wisselt de musicus hoog in de lucht liedjes van de Beatles af met Bach, en psalmen met de soundtrack van de tv-serie ‘Game of Thrones’. “Hoewel mijn hart bij de klassieke muziek ligt, probeer ik altijd voor ieder wat wils te laten horen, van luchtig tot zwaar en bekend tot minder bekend. Alleen Lady Gaga doe ik niet”, grapt hij.

Hij speelt niet alleen liedjes van anderen. Ook muziek die hij zelf componeert, laat Zwart de Amsterdammers horen. “Sporadisch hoor”, haast hij zich te zeggen. “Mijn eigen composities bewaar ik voornamelijk voor de concerten die ik geef wanneer ik met mijn mobiele carillon door Europa trek. Niemand kent mijn werk namelijk, en als stadsbeiaardier wil ik contact maken met zo veel mogelijk mensen, ik wil dit onderdeeltje van onze cultuur doorgeven.”

Liefdevol drukt Zwart voor de laatste keer op een van de houten stokken, die net als de pedalen met draden zijn aangesloten op hamers aan de buitenkant en klepels binnenin de klokken. Dan is het stil in het kamertje bovenin de Oude Kerk. Zwart zet zijn zomerse strohoed op, knipt het tl-licht uit en klimt nog even naar buiten, om in alle rust neer te kijken op de stad.

“Hoewel mijn aanwezigheid vanzelfsprekend en anoniem is, is dit het mooiste vak wat er is”, verzucht hij tevreden. “Ik mag mensen plezier brengen, en al is het van een afstand, iets beters kan ik me niet wensen.” Soms heeft hij van tevoren heus geen zin, maar iedere dag opnieuw prijst de musicus zich gelukkig wanneer hij plaatsneemt achter zijn instrument.

“Ook omdat er in Nederland ongeveer zeventig beiaardiers zijn voor een steeds kleiner aantal vaste aanstellingen.”

Een straatmuzikant op hoog niveau, zo betitelt Zwart zichzelf gekscherend. “En een hele machtige”, zegt hij als hij kruip door sluip door via de steile houten trappetjes de toren afdaalt. Hij drukt op een knop, waarna de tonen klinken die aangeven dat er een uur is verstreken. De klok wijst tien voor zes aan.

“Even de Amsterdammers in verwarring brengen”, grijnst hij.

Boudewijn Zwart

Boudewijn Zwart (54) studeerde beiaard aan de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort en piano aan het Conservatorium van Amsterdam. In 1990 won hij alle categorieën van de driejaarlijkse Internationale Beiaardwedstrijd ‘Koningin Fabiola’ in het Belgische Mechelen.

Zwart is stadsbeiaardier van Dordrecht (Grote Kerk), Ede (Oude Kerk), Gouda (St. Janstoren), Amsterdam (Westertoren, Zuidertoren, en de Oude Kerk), Bergambacht (St. Laurentiustoren), Schoonhoven, IJsselstein, Barneveld, Apeldoorn, Wageningen en Zeewolde. Bovendien is hij president van de internationale beiaardiersvereniging Eurocarillon en leidt hij het Carillon Instituut Nederland te Dordrecht, een private hogere beroepsopleiding voor beiaardiers. Naast het bespelen van de vaste carillons in kerktorens heeft Zwart een mobiel carillon ontworpen waarmee hij door Europa trekt om concerten te geven.

Bron Trouw