Het onderwijs voor leerplichtige kinderen is gratis. Toch vragen scholen voor voortgezet onderwijs om een jaarlijkse ouderbijdrage die kan oplopen tot meer dan 200 euro per kind jonger dan 18 jaar. Voor ouders die rond moeten komen van een minimum inkomen, kan dat een aderlating zijn. Wat niet altijd duidelijk is, is dat het om een vrijwillige bijdrage gaat. Ouders zijn niet verplicht om het te betalen.

In de brochure ‘Schoolkosten en onderwijstijd’ van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wordt beschreven wat gratis is en wat niet. Alle scholen ontvangen geld van de overheid voor materiële en personele kosten, schoolboeken en lesmateriaal. Dit moeten ze kosteloos aan leerlingen ter beschikking stellen. Dat geldt ook voor aanvullend onderwijs zoals extra vakken; een borg hoeft niet te worden betaald. Lastiger wordt het bij materialen en gereedschappen. Als het noodzakelijk is voor het volgen van onderwijs, moet dit door de scholen gratis worden verstrekt. Andere zaken worden gezien als algemene benodigdheden zoals een woordenboek, atlas of gymkleding.

Woordvoerder Martijn Kamans van het Ministerie OCW meldt: “Scholen mogen ouders niet verplichten om een ouderbijdrage te betalen, ze moeten melden dat het vrijwillig is en leerlingen van ouders die niet betalen mogen niet worden buitengesloten. In het mbo geldt geen ouderbijdrage voor kinderen tot 18 jaar. In het vmbo mag de school een bijdrage vragen voor activiteiten, zolang ze maar een kosteloos alternatief aanbieden om een leerling het vastgestelde onderwijsprogramma te kunnen laten volgen.”

Soms vragen scholen op dwingende wijze om een ouderbijdrage. Op de website van Aeres vmbo staat bijvoorbeeld: ‘We verwachten dat ouders die voor onze school kiezen die vrijwillige ouderbijdrage willen betalen.’ Het Corlaer College vraagt ouders een overeenkomst aan te gaan die hen verplicht de ouderbijdrage te betalen.

Stichting Leergeld Nijkerk wil dat alle kinderen van 4 tot 18 jaar in onze gemeente kunnen meedoen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. Ook de kinderen waarvan de ouders het financieel niet zo breed hebben. Voorzitter Marcelle Warringa zegt: “Door mee te doen met leeftijdsgenoten ontwikkelen kinderen hun sociale vaardigheden en kennis optimaal en participeren ze later als volwassenen volwaardig in onze samenleving.

”We geven ouders geen geld, maar helpen door het treffen van regelingen met school, een vereniging of winkel. We kunnen de factuur van een schoolreisje of -excursie betalen, een tweedehands fiets leveren, een computer of schoolspullen. Voor de ontwikkeling van een kind is het belangrijk dat het kan deelnemen aan een sportvereniging of muziekles kan volgen. Dat is geen luxe; dat zijn normale levensbehoeften waardoor kinderen zich kunnen ontplooien en meetellen.

”Ouders met een inkomen op of rond bijstandsniveau kunnen bij ons een aanvraag indienen. Een van onze vrijwilligers komt dan bij hen thuis om de aanvraag te beoordelen aan de hand van de financiële administratie. Uiteraard gaan we zorgvuldig met de privacy om. Niemand hoeft te weten dat ouders door ons worden geholpen, ook het kind niet. Mama en papa hebben geregeld dat het kind mee mag met kamp, niet Leergeld Nijkerk.”

Voorzitter Marcelle Warringa: “Vooral aan het begin van het schooljaar krijgen we wel 3 à 4 aanvragen per week. Het is triest dat onze stichting nodig is. Hoewel de gemeente Nijkerk momenteel financieel bijdraagt aan Leergeld Nijkerk, hebben wij nog steeds sponsoren én vrijwilligers nodig. Voor de toekomst van volgende generaties.”

Informatie is verkrijgbaar bij Stichting Leergeld Nijkerk, Postbus 55, 3860 AB Nijkerk, 06-81314455 (WhatsApp en/of sms), stichting@leergeldnijkerk.nl en www.leergeldnijkerk.nl.

Bron Nijkerk Nu / Yvonne Krol