“Mijn leven is voorbij”, zegt de 88-jarige Jan de Gier uit Nijkerk. “Elke dag is hetzelfde. Ik kom uit mijn bed, eet een broodje, drink koffie, lees de krant en dan komt de middag.”

NIJKERK – Jan zit in een rolstoel. Gezondheidsproblemen beperken hem in zijn doen en laten. “Elke keer krijg je weer wat. Daar ga je tegenop zien. Je wordt een last voor je omgeving. Maar ik heb mijn kinderen beloofd het zo lang mogelijk vol te houden. Ik was vroeger heel sportief; heb bij Sparta gevoetbald, gezeild, getennist, geschaatst … alles in wedstrijdverband. ”
Jan heeft drie kinderen uit zijn huwelijk met Bep Duyst. Als Jan over zijn vrouw vertelt, gaan zijn ogen schitteren. “We hadden een heel goed huwelijk. We zijn 62 jaar getrouwd geweest. Bep was de dochter van de onderwijzer die in buurtschap Appel lesgaf. Ik leerde haar kennen toen ik automonteur was in de garage van Jan Hartemink in Nijkerk. Ik zag daar een heel mooie dame en dacht: met jou ga ik trouwen. Hartemink zei: Dat krijg je niet voor elkaar. Ik heb toen gezegd: als jij mij de gelegenheid geeft om haar af en toe te spreken, dan lukt mij dat wel. En zo is het gekomen.”

Bep kreeg dementie. Ze brak haar heup bij een val en werd opgenomen in een verzorgingshuis in Dronten. “Die afstand was echt een probleem. Ik kon haar niet zo vaak bezoeken als ik wilde. Wat ik heel erg vond was, dat ze tussen mensen zat die al veel verder in het dementieproces zaten dan zij. Uiteindelijk kon ze in De Pol terecht, maar daar heeft ze niet meer lang kunnen wonen. Vlak voordat ze stierf heb ik haar stevig geknuffeld. Ik merkte dat ze daar blij van werd. Ze heeft me tot het laatst herkend.”

Jan is geboren in Waarder, een dorp in Zuid-Holland, als zesde van acht kinderen. “Mijn ouders hadden een boerderij met koeien en een melkfabriek in Soest. De melkbussen werden altijd schoongemaakt op een plateau bij het water. Als kind ben ik daar in het water gevallen. Mijn moeder zag het gebeuren en heeft mij er net op tijd uit kunnen halen. Dit voorval staat in een boek beschreven dat over Waarder is gepubliceerd.”

“In de crisisjaren zijn mijn ouders veel kwijtgeraakt. Ik mocht de lagere school niet afmaken en moest als boerenknecht aan het werk. Ik heb op juten zakken geslapen. Het was echt armoe. Later ben ik vertegenwoordiger geworden. Ik verkocht kooiwielen door het hele land. Dat zijn ijzeren wielen naast een trekker die voorkomen dat de trekker in de modder vast blijft zitten.”

“Na het overlijden van mijn ouders heeft elk kind een stuk land ter grootte van 3.000 m2 geërfd. Met het geld dat ik tijdens mijn sportcarrière heb verdiend, heb ik een tennisbaan aan laten leggen. Daar wordt nu nog steeds op gespeeld.”
Zo goed als hij vroeger was met voetballen, zo goed is hij nu met mijn handen. ”Ik ben rond mijn veertigste gaan schilderen. In die tijd aquarelleerde Bep. Het was onze gezamenlijke hobby.” Tegenwoordig laat Jan zich inspireren door de Nijkerkse prentenatlas. “Ik teken tafereeltjes eerst op schaal met potlood en kleur het daarna in met olie- of acrylverf.”
Jan doet zijn boodschappen zelf met behulp van zijn scootmobiel. In de supermarkt komt hij soms oude bekenden tegen die vragen hoe het met hem gaat. Af en toe krijgt hij bezoek en legt hij een kaartje. Ook zijn kinderen nemen hem regelmatig mee voor een uitstapje.

Jan de Gier: “Ook al ben je oud en lichamelijk beperkt, er zijn nog veel dingen die je kunt doen. Dat wil ik mensen meegeven. Met mijn verhaal in de krant wil ik anderen inspireren. Liever nu dan straks als een ‘in memoriam’.
Het is heel dubbel. Tijdens het interview praat Jan voluit en vertelt de mooiste verhalen, maar als we de deur achter ons dichttrekken, blijft hij alleen achter.

Bron en Foto: Yvonne Krol – Nijkerk Nu