Als heden en verleden ergens samenkomen in Nijkerkerveen, dan wel aan de Vrouwenweg. Daar is een nieuwe woonwijk opgerukt tot enkele tientallen meters van de 19de-eeuwse boerderij van Kees van den Heuvel, al generaties familiebezit. Een bomenhaag moet die brutale hoge gevels aan het zicht onttrekken. ,,Maar in de winter, als alles kaal is, kijk ik er alsnog tegenaan.”

Kees (51) koestert ambivalente gevoelens over de gedaanteverandering die zijn geboortedorp ondergaat. Ook al wordt de nieuwbouw uitgesmeerd over een langere periode, het is niet niks, bijna 600 woningen erbij op een bevolking van circa 3.800 zielen.

De geblokte en rossige journalist gidst ons langs het nieuwe Nijkerkerveen, waarvan de kern helemaal nog niet zo oud is. Tot ver in de vorige eeuw was het veengebied het domein van boeren, waar je, zo luidde de mare, moest oppassen voor ‘messentrekkers’. ,,Veel luxe had ons gezin niet. Wel veel vrijheid.”

We staan voor de voormalige boerderij van zijn ouders. Ingesloten door veel hogere huizen valt die compleet in het niet. ,,Het is moeilijk om te accepteren dat er van de weilanden uit mijn jeugd niets meer over is. Aan de andere kant brengen nieuwe inwoners ook nieuw elan.”

En dat is hard nodig, want als de muziekvereniging nog twintig leden heeft, mogen ze ‘blie wezen’, stelt de 82-jarige Wim van Rijn, een klein mannetje met Dr. Spock-oren. Voor Dorpshuis Concordia, het verouderde onderkomen van de club, is de Vener in de weer met oud papier. Dat doet hij al 24 jaar met grote inzet. Soms zit er glas of maandverband tussen en dan wordt Wim heel boos. ,,O, komme hier zeven woningen? Da wist ik nie.”

Het grondwerk voor een nieuw dorpshuis, aan de Winkelmanstraat, is gedaan. Dat moet de beschikbare ruimte delen met een school, een kinderdagverblijf en een bibliotheek. Hier stond de Calvijnschool, die vanwege een dalend leerlingenaantal is gefuseerd met de Van Rootselaarschool. Dat ging niet zonder slag of sloot, aldus katholiek Kees. ,,De ene school is minder streng dan de andere. Iets met psalmen en liederen.”

Op weg naar het complex van de goedboerende Veensche Boys, zet hij een lofzang in op de geldingsdrang van de Nijkerkerveners. ,,Veel woningen zijn met eigen handen gebouwd. En alles is aanwezig in dit smurfendorp: We zijn klein maar hebben alles, een supermarkt, een slager, een bakker en een fietsenmaker.”

De onlangs opgeleverde Donny van de Beek-tribune, een eerbetoon aan de uit het dorp afkomstige Ajacied, leidt naar een riante kantine. De exploitant is Bert Veer, de vroegere eigenaar van discotheek Starlight. Hij, ook ‘van hier’, wordt minder gehinderd door nostalgische gevoelens dan Kees. ,,Tussen Nijkerk en Hoevelaken ligt veel werkloze grond, van vroegere keuterboertjes. Ideaal voor woningbouw. Veel vertrokken Veners willen graag terugkeren naar het dorp.”

Kees voetbalt niet, hij verzorgt de pr. Sinds het notulistenwerk dat hij deed voor zo’n dertig gemeenten werd vervangen door livestream, heeft ie weinig om handen. Door de verkoop van de ouderlijke eigendommen kent hij geen geldzorgen. Maar het rentenieren vindt hij ‘verschrikkelijk’. ,,Ik móet bezig zijn.”

Eén troost: in de voorkamer van zijn boerderij, met haar originele schouw en ongelijke vloer, is Kees nog dagelijks met het oude Nijkerkerveen verbonden.

bron Amersfoortse Courant