Onduidelijkheid over het indicatieprotocol Huishoudelijke hulp

Na een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over het toekennen van  Huishoudelijke hulp heeft de gemeente Nijkerk vorig jaar besloten weer met een indicatieprotocol te gaan werken. Nijkerk heeft de uitkomsten van een onderzoek, dat de gemeente Utrecht heeft gedaan, als basis gebruikt voor het opstellen van een indicatieprotocol Hulp bij het huishouden. Zowel Rechtbank Midden-Nederland als  Rechtbank Noord-Holland hebben uitgesproken dat het hier om een deugdelijk  onderzoek gaat. In een rechtszaak tegen de gemeente, aangespannen door drie particulieren, oordeelt Rechtbank Gelderland nu echter anders. Door de verdeeldheid onder de rechtbanken en de verwarring die is ontstaan, heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om in hoger beroep te gaan. “Wij vragen om een uitspraak op dit punt van de Centrale Raad van Beroep. Wij willen weten of de basis voor de door ons gehanteerde indicatie klopt”, geeft wethouder Marly Klein aan, die in hoger beroep gaat.

 

De intentie van de gemeente Nijkerk is om haar inwoners ondersteuning te geven waar nodig. Hierbij wordt wel per geval gekeken wat inwoners nog zelf kunnen doen of waar mensen in hun omgeving kunnen ondersteunen. Na een melding komen zorgconsulenten van de gemeente Nijkerk langs bij de inwoners om een gesprek te houden over de ondersteuningsvraag van deze inwoners.

 

Breed onderzoek basis indicatieprotocol

Het indicatieprotocol is tot stand gekomen door middel van een expertgroep bestaande uit vertegenwoordigers van zorgaanbieders, een aanbieder van facilitaire schoonmaak buiten de betreffende gemeente, een onafhankelijke schoonmaakexpert, een expert op hygiënegebied en een wijkverpleegkundige. Ook is een klankbordgroep betrokken bij het onderzoek. Deze bestond onder andere uit vertegenwoordigers van kerken, de ouderenraad, de GGD, en Welzijnsinstellingen.