Wilma van de Bunt heeft dit onderzoek in 2013 via de moedige moeders Nederland al een keer laten uitvoeren. De cijfers bleken schrikbarend hoog te zijn. Nu heeft ze een aanvraag gedaan bij de Kerngroep Stop Drugs om opnieuw een rioolwateronderzoek te laten doen. Dit naar aanleiding van de hoge cijfers in Ermelo na het rioolwateronderzoek vorig jaar. De uitslag lag veel hoger dan die van Nijkerk in 2013. Van de Bunt kreeg al langer signalen dat het drugsgebruik in Nijkerk groter was geworden en dat de gebruikers steeds jonger worden. De enige manier om aan cijfers te komen die dit bevestigen is een rioolwateronderzoek, vandaar dat er nu een aanvraag is gedaan bij de kerngroep.

 

Er is voor dit jaar 60.000 euro beschikbaar voor initiatieven vanuit de samenleving om iets aan het drugsprobleem te doen. Dan is het handig om te weten hoe groot het drugsgebruik eigenlijk is. Mensen komen niet in beweging al het maar een beetje een probleem is. Het is ingewikkeld om überhaupt iets aan het drugsprobleem te doen en daarom is belangrijk om te weten waar we over praten. In 2014 heb ik een drugsbeleid geschreven om een overzicht van mogelijkheden te bieden van wat er gedaan kan worden. Daar hebben we het onderwijs bij nodig, de jongeren zelf, de ouders, de hulpverlening, de politiek en de burgers. Nu wordt er nog teveel gepraat en weinig gedaan. Zo blijft het probleem bestaan.

 

Om een kentering te krijgen is het belangrijk om met kleine kinderen te beginnen en ze informatie te geven zodat ze sterker worden. Op een andere manier gaan denken, zodat ze als puber met deze inzichten andere, gezondere keuzes gaan maken. Dit kan niet zonder de hulp van het onderwijs. Deze informatie werkt alleen als het een basisvak wordt waar structureel deze kennis wordt gedeeld met de leerlingen. Als er geen verandering in het denken van de kinderen komt, dan komt er geen verandering in de problemen waar ze als puber en volwassene mee te maken krijgen. Tot nu toe is er veel weerstand bij de scholen om hier een basisvak van te maken en blijft het bij losse lesjes om de leerlingen weerbaar te maken. Op de middelbare scholen is er nog minder aandacht voor deze lessen, terwijl het voor pubers superbelangrijk is om hierin begeleid te worden.

 

“Wat ik ook vaak hoor is dat het een taak van de ouders is. Ja, dat zou mooi zijn ware het niet dat veel ouders daar niet in hebben gestudeerd. Daarom raad ik aan om bij jonge kinderen te beginnen. Eigenlijk zou het nog beter te zijn om al te beginnen als de ouders een kindje verwachten. Informatie aan ouders en kinderen zorgt dan voor een nieuwe manier van denken en handelen.”

 

Van de Bunt is al jaren met onderzoek bezig om manieren te vinden die kinderen en jongeren kunnen helpen gelukkiger te worden. Zodat ze veel gevaren gaan herkennen en daar andere keuzes in gaan maken die beter voor ze zijn.